1. Lessen.
1.1. Opdrachten.
1.1.1. Binnenschoolse opdrachten.
1.1.1.1. Weekverslagen maken.
1.1.1.2. Portfolio maken.
1.1.2. Buitenschoolse opdrachten.
1.1.2.1. BPV (stage)
1.1.2.2. Activiteiten organiseren. Bijv. spelletjesdag.
1.2. Docenten.
1.2.1. Voor elk vak een andere docent.
1.3. Coaching.
1.3.1. Elke klas een aparte coach.
1.3.1.1. Een vaste coach die in de gaten houdt hoe het met je gaat. Heb je problemen met je studie, klasgenoten of heb je problemen thuis? Ook dan doet je coach er alles aan om je te helpen.
2. Activiteiten.
2.1. Rockstars.
2.1.1. Durven laten zien wat je kunt.
2.2. Introductiedagen.
2.2.1. Informatie/ kennismaking.
2.2.2. Spelletjesdag.
2.3. Kamp.
2.3.1. Kennismaking.
3. Gebouw.
3.1. Aula.
3.1.1. Klein, gezellig ingericht.
3.1.1.1. Snoep, drink automaten/ Winkeltje.
3.2. OLC.
3.2.1. Zelfstandig werken op de PC
3.3. Lokalen.
3.3.1. De lokalen zijn gericht op kleinere groepjes.
4. Stamgroep en klas.
4.1. Houding in de groep.
4.1.1. De sfeer in klas 1H is heel erg goed!
4.1.2. Elkaar accepteren.
4.1.2.1. Je veilig voelen.
4.2. Afspraken.
4.2.1. Je afspraken nakomen.
4.3. Samenwerking.
5. BPV.
5.1. Keuze.
5.1.1. Kennismaken met het beroep.
5.1.1.1. Kinderen begeleiden.
5.1.2. Reflecteren.
5.1.2.1. Reflecteren leer je bij de les orientatie opleiding, (weekverslagen maken)
5.2. Scholen.
5.2.1. Brede school.
5.2.2. Speciaal onderwijs.