Ontwikkeling van het kind.

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Ontwikkeling van het kind. Door Mind Map: Ontwikkeling van het kind.

1. Baby

1.1. Er gebeurt veel in de eerste twaalf maanden van het leven van je kind. Van een hulpeloos wezen dat vooral veel slaapt zie je hem steeds meer leren. Volgen met de ogen, gericht grijpen met de handjes, kraaien, omrollen op de buik, een paar weken later ook weer terug, tijgeren, kruipen, tanden en kiezen krijgen, optrekken tot zit, zitten, staan, langs de tafel lopen, misschien zelfs al los lopen... De baby is er maar druk mee. En zelfs in zijn slaap is hij nog druk bezig met groeien: de belangrijkste groeihormonen van een baby komen 's nachts vrij tijdens de slaap.

1.2. Een baby is 0-1 jaar

2. Dreumes

2.1. De lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind gaat nog steeds ontzettend snel al gaat het wat minder hard dan in het eerste jaar. De groeisnelheid van het kind neemt bijvoorbeeld af van ongeveer 25 centimeter per jaar voor een baby naar ongeveer 8 centimeter per jaar voor een peutertje. Neemt niet weg dat er natuurlijk heel veel gebeurt in deze peuterjaren. Je kind wordt steeds zelfstandiger, kan en wil steeds meer zelf. Al heeft hij je steun natuurlijk nog heel hard nodig en is het nog veel te vroeg om hem echt alleen te laten.

2.2. Een dreumes is 1-2 jaar

3. Peuter

3.1. Kindjes in deze leeftijd zijn dol op herhaling. Heeft je kindje iets leuks ontdekt dan zal het steeds opnieuw willen zien/horen/doen tot jij er gek van wordt. Steeds maar weer hetzelfde spelletje, steeds opnieuw hetzelfde geluidje maken. Aan de andere kant vindt hij het ook machtig om nieuwe omgevingen te ontdekken en nieuwe dingen te doen. Neem je kind mee op onderzoek binnen en buitenshuis. Ook leuk voor volwassenen om de wereld eens door de ogen van een kind te bekijken voor wie alles nieuw is.

3.2. Een peuter is 2-4 jaar

4. Basisschoolkind

4.1. onderbouw

4.1.1. Kleuter

4.1.1.1. Het kind ontwikkelt zich van een vrij spelend kind tot een kind dat klaar is om bewust te gaan leren op school. Dit heeft alles te maken met de ontwikkeling van zijn hersenen en zijn mogelijkheden om bewuster, realistischer en abstracter te denken.

4.1.1.2. Een kleuter is 4-6 jaar

4.2. midenbouw

4.2.1. Nieuw knooppunt

4.2.1.1. In de middenbouw staat op cognitief gebied de ontwikkeling van basisvaardigheden op het gebied van lezen, schrijven, taal en rekenen centraal. Verder zijn er algemene lessen die tegemoet komen aan de behoefte van kinderen om meer te weten over de wereld om hen heen. De begeleiding is verder gericht op bevordering van zelfstandigheid, de verantwoordelijkheid voor het kiezen van eigen werkzaamheden en het ontwikkelen van een goede werkhouding. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt ondersteund door het werken met “Klets”, een methode voor het aanleren van sociale vaardigheden. Bij de creatieve vorming maken we o.a. gebruik van de methode “Uit de Kunst “ en “Muziek voor de basisschool”. Deze methoden worden gebruikt als inspiratiebron bij het geven van wekelijkse lessen op dit gebied.

4.2.1.2. 6-9 jaar

4.3. Bovenbouw

4.3.1. Nieuw knooppunt

4.3.1.1. In de bovenbouw krijgen de kinderen steeds meer verantwoordelijkheid voor hun eigen werk en leeromgeving. Verschillende leerlijnen lopen vloeiend door vanuit de middenbouw. Op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van de creativiteit worden de methoden “Klets” en “Uit de kunst” verder voortgezet. Het muziekonderwijs krijgt nog een extra impuls doordat de kinderen les krijgen van een vakleerkracht. Wekelijks worden er muziek-, teken- en/of handenarbeidlessen gegeven.

4.3.1.2. 9-12 jaar

5. Puber

5.1. Pubers willen graag bij een groep horen. Ze zullen vrienden maken. Vaak gaat het vanzelf. Klasgenoten,leeftijdgenoten en clubgenoten ontmoeten elkaar en als het klikt,vormen ze een groep. Omdat niet iedereen hetzelfde mening zal hebben,zullen de groepsleden zich in grote lijnen aan elkaar aanpassen. Ze hebben invloed op elkaar;er ontstaat een groepscultuur. Soms uit zich dat in het dragen van dezelfde kleding,in dezelfde voorkeur voor een muziekstijl of in dezelfde vrijetijdsbesteding. De groep heeft ook eigen normen en waarden en eigen regels. De groepsleden identificeren zich met elkaar. Een puber voelt zich veilig in een groep. Wanneer hij zelfstandiger wordt,is de groep minder belangrijk en kan hij meer zijn eigen weg gaan.

5.2. Een puber is 12-15 jaar