1. rode bloedcellen
1.1. hemoglobine (kleurstof)
1.1.1. zorgt voor rode kleur
1.1.2. gassen zich binden aan rode bloedcellen
1.2. leven gemiddeld 120 dagen
1.3. per sec worden er 2 miljoen aangemaakt
1.4. transporteerd
1.4.1. zuurstofgas (O2)
2. wat in bloed
2.1. witte bloedcellen
2.1.1. veranderd vorm door
2.1.1.1. celuitstulpingen te maken
2.1.1.2. schijnvoetjes te maken
2.1.1.2.1. bacteriën volledig insluiten en verteren
2.1.2. afgestorven witte bloedcellen
2.1.2.1. hopen zich op ter hoogte van
2.1.2.1.1. infectieplaats
2.1.2.2. vormen samen met afgestoven weefselcellen
2.1.2.2.1. etter
2.1.2.3. beschermen het lichaam door
2.1.2.3.1. ziekteverwekkers onschadelijk te maken
2.2. rode bloedcellen
2.3. bloedplaatjes
2.3.1. zetten fibrinogeen uit plasma om in fibrinedraden
2.3.1.1. bloedcellen blijven er tussen hangen
2.3.1.1.1. onstsaat bloedkoek
2.3.2. beschermen lichaam
2.3.2.1. bloedstolling
2.3.2.2. weinig bloedverlies
3. bloedplasma
3.1. 55%
3.2. water
3.3. voedingstoffen, afvalstoffen, hormonen en eiwitten
3.4. transpoteerd
3.4.1. voedingsstoffen
3.4.2. afvalstoffen
3.4.3. hormonen
3.4.4. warmte