1. DNA-gelelektoforese
1.1. bak met agar-oplossing + kam = elekroforese gel + 'slotjes'
1.2. DNA-ladder & te onderzoeken DNA in aparte slotjes
1.3. verschil migratiesnelheid kleine en grote DNA-fragmenten
1.4. zichtbaar door methyletheenblauw
1.5. toepassing
1.5.1. opsporen ziektedrager
1.5.2. onderzoek overerving
2. DNA-sequencing
2.1. bepalen van basensequentie
2.2. ketenterminatiemethode
2.2.1. dedeoxynucleotiden = stopnucleotiden
2.2.2. bij toeval ddnucleotide inbouwen
2.2.3. ketenverlenging valt stil
2.2.4. volgorde in lengte vergelijken
2.3. automatische basensequentiebepaling
2.3.1. fluorecente merker stopnucleotiden
2.3.2. tegelijk in 1 microbuisje
2.3.3. elektroferogram
3. polymerase chain reaction
3.1. DNA vermenigvuldiging
3.2. specifiek DNA fragment
3.3. cyclus
3.3.1. denaturatie
3.3.1.1. scheiden DNA dubbelstrengen
3.3.1.2. 95°C
3.3.2. renaturatie
3.3.2.1. aanhechten primers
3.3.2.2. 40-60°C
3.3.3. polymerisatie
3.3.3.1. aanhechten nucleotiden
3.3.3.2. 72°C
3.4. exponentiële toename
3.5. toepassing
3.5.1. fundamenteel onderzoek
3.5.2. prenatale diagnostiek
3.5.3. opsporen erfelijke ziektes
3.5.4. vroegtijdige diagnose kanker
3.5.5. diagnose infectieziekten
3.5.6. forensische geneeskunde
4. genetische vingerafdruk
4.1. short tandem repeats
4.2. uniek DNA-patroon voor ieder persoon
4.3. RFLP
4.3.1. restrictiefragment-lengtepolymorfismetechniek
4.3.2. uniek bandenpatroon
4.3.3. bloedverwantschap afleiden