
1. Bedrijfsprocessen
1.1. Een bedrijfsproces is een geordend geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende activiteiten waarbij input wordt omgezet in output, waarbij toegevoegde waarde gecreëerd wordt voor klanten met een specifiek doel.
1.2. Drie bassiskenmerken
1.2.1. Het proces heeft een begin en een eind met input en output
1.2.2. Een proces voegt waarde toe voor haar klant
1.2.3. Het proces is gericht op het resultaat voor haar klant
1.3. Analyseren van bedrijfsprocessen
1.3.1. Je beschrijft de in- en output van het proces en alle processtappen door middel van een processchema
1.3.2. je brengt de waardetoevoegingsproces in kaart van alle processtappen en bepaal je welke ondersteunende activiteiten nodig zijn om dit proces optimaal te voeden
1.3.3. Je gaat na wat het beoogde resultaat is voor de klant en ga je na wat de opleverspecificaties zijn, wat het kwaliteitsniveau is en wat bijvoorbeeld de waardebeleving is bij de klant
2. Soorten bedrijfsprocessen
2.1. Primaire processen
2.1.1. Alle activiteiten waarvan de output bijdraagt aan het resultaat voor de klant
2.2. Sturende processen
2.2.1. Alle activiteiten die nodig zijn om de organisatie en de processen te kunnen besturen
2.3. Ondersteunende processen
2.3.1. Alle activiteiten die nodig zijn om het primaire proces te faciliteren
3. Primair proces
3.1. Zijn de kern activiteiten
3.2. Alle essentiële deelhandelingen noem je primaire functies
3.3. Alle primaire functies samen vormen het primair proces
4. 5 stappen in het primair proces
4.1. De ingaande logistiek
4.1.1. Er voor zorgen dat alle grondstoffen, halffabricaten, productiemiddelen en personeel op de juiste plek en juiste tijd aanwezig zijn.
4.2. Operaties
4.2.1. De transformatie naar eindproduct
4.3. De interne logistiek
4.3.1. Er voor zorgen dat het product op de juiste tijd op de juiste plek is tijdens het productieproces
4.4. Marketing en verkoop
4.5. Service en dienstverlening
4.5.1. Dienst verlening leid tot waardebeleving van de klant
5. Ondersteunende processen
5.1. We noemen de handelingen dien iet directe maken hebben met de totstandkoming van een product of dienst ondersteunende functies
5.2. Alle ondersteunende functies en bijhoorende processen kan je onthouden door 'COPAFIJH'
5.2.1. C=Communicatie
5.2.2. O=Onderzoek
5.2.3. P=Personeelszaken
5.2.4. A=Administratie
5.2.5. F=Financiën
5.2.6. I=Informatie
5.2.7. J=Juridische zaken
5.2.8. H=Huisvesting
6. Aansturen van mensen
6.1. Arbeid is enige factor die waarde kan toevoegen
6.2. Human Resource Management
6.2.1. Alles wat met te maken heeft met mensen in organisatie
7. Aansturen van processen
7.1. Effectiviteit heeft te maken met het feit of je als bedrijf datgene doet wat je beoogt te doen
7.2. Efficiëntie heeft te maken met de hoeveelheid inspanning, energie of geld die het kost om een bepaalde activiteit uit te voeren
8. 5 Sturingsniveaus
8.1. 1. Keten(voorbereidingsproces)
8.2. 2. Bedrijfsproces
8.3. 3. Werkproces
8.4. 4. Taak
8.5. 5. Handeling
9. Bedrijven structuren kan op:
9.1. De doelstelling van het bedrijf
9.2. De middelen die worden ingezet
9.3. De producten en/of diensten die het bedrijf levert
9.4. De markten waarop het bedrijf actief is
9.5. Processen in het bedrijf
9.6. Taken van medewerkers
9.7. Verantwoordelijkheden
9.8. Functies
10. 3 Basis vormen om een bedrijf te structuren:
10.1. Functioneel gericht
10.2. Productiegericht
10.3. Marktgericht
11. Een goede ondernemer heeft altijd:
11.1. Plannen klaar voor diverse senario's
11.2. Zit boven op zijn onderneming
11.3. Heeft kennis en ervaring in de branche waarin hij opereert
11.4. Straalt vertrouwen uit naar de buitenwereld
11.5. Heeft doorzettingsvermogen
11.6. Is realistisch
11.7. Kan goed plannen en organiseren
12. Het starten van een bedrijf
12.1. Om een bedrijf te starten moet je worden ingeschreven worden in de KvK
13. Bedrijfgegevens
13.1. Om informatie over een ander bedrijf te krijgen raadplegen bedrijven het handelsregister van de KvK
13.1.1. Je kan raadplegen:
13.1.1.1. Uitreksels
13.1.1.2. Concernrelaties
13.1.1.3. Jaarrekening
14. Inkoopproces;
14.1. Met slim inkopen kun je als bedrijf veel waarde toevoegen
14.2. Directe inkoopprocessen
14.3. Ondersteunende inkoopprocessen
14.4. Oriëntatie
14.5. Programma van eisen
14.6. Selectie van leveranciers
14.7. Aanvragen van offertes bij meerdere leveranciers
14.8. Onderhandelen met leveranciers over voorwaarden
14.9. Opstellen van een contract
14.10. Bestellen
14.11. Ontvangst goederen of diensten
14.12. inboeken in de goederenadministratie
14.13. betaling van factuur aan leverancier
14.14. Inboeken in de financiële administratie
15. Voorraad
15.1. Speculatieve voorraad
15.1.1. Inkopen wanneer de prijs van de grondstoffen laag zijn
15.2. Buffervoorraad
15.2.1. Aanvoer is niet gelijk aan afvoer
15.3. Just in Time(JIT)
15.3.1. Zo afgestemd dat er bijna geen voorraad is