1. Definitie van een bedrijf:
1.1. is een samenwerkingsverband van mensen en productiemiddelen met een bepaald doel. Een organisatie die geen goederen of diensten produceert of geen handel drijft, is nog geen bedrijf.
2. Omzet
2.1. Met de omzet maakt een bedrijf winst. Totaal aantal bezittingen van een bedrijf noem je:
2.1.1. Balanstotaal
2.2. Is het totaal van alle opgetelde transacties die een bedrijf over een bepaalde periode heeft gedaan. Omzet = p x q.
2.2.1. Dus aantal verkochte diensten of producten x prijs
2.3. Bedrijven groot balanstotaal of winst en weinig personeel
2.3.1. Kapitaalintensieve bedrijven
2.4. Bedrijven andersom
2.4.1. arbeidsintensieve
3. Het MKB ( midden- en klein bedrijf )
3.1. Micro
3.1.1. Minder dan 10 werknemers
3.1.2. Jaaromzet van hoogstens €2 miljoen
3.2. Klein
3.2.1. Minder dan 50 werknemers
3.2.2. Jaaromzet van hoogstens €10 miljoen
3.3. Middelgroot
3.3.1. Minder dan 250 werknemers
3.3.2. Jaaromzet van hoogstens €50 miljoen
3.4. Groot
3.4.1. Meer dan 250 werknemers
3.4.2. Actief in meerdere landen. ( internationaal )
4. Onderneming
4.1. is een bedrijf met een winstoogmerk. Toegevoegde waarde is gelijk aan de omzet – de ingekochte goederen
5. een organisatie
5.1. is een blijvend samenwerkingsverband met een bepaald doel.
6. Samenwerkingsvormen
6.1. Inkoopcombinatie
6.2. Vrijwillig filiaal bedrijf
6.3. Franchise
6.4. licentie
6.5. dealerorganisatie
6.6. consignatie
6.7. Consessionair
6.8. joint venture
6.9. Agent
6.10. Commissionair
7. Bedrijfssectoren
7.1. Primaire sector
7.2. Secundaire sector
7.3. Tertiaire sector
7.4. Quartaire sector
8. Soorten bedrijven
8.1. Private bedrijf
8.1.1. Privé persoon
8.2. Publiek bedrijf
8.2.1. overheid
8.3. Publiek-private samenwerking
8.3.1. Publieke taken worden door Privé overgenomen
9. Omgevingsfactoren
9.1. directe omgevingsfactoren ( interne stakeholders
9.1.1. Aandeelhouders
9.1.2. Management
9.1.3. Medewerkers
9.1.4. De ondernemingsraad
9.2. indirecte omgevingsfactoren
9.2.1. Demografische factoren
9.2.2. Technologische factoren
9.2.3. Economische factoren
9.2.4. Milieufactoren
9.2.5. politieke factoren
9.2.6. maatschappelijke factoren
9.3. Directe omgevingsfactoren ( externe stakeholders )
9.3.1. toeleveranciers
9.3.2. lobbygroepen
9.3.3. Klanten
9.3.4. Instanties
9.3.5. vakbonden