1. Module riolering
1.1. Ontwikkelingen
1.1.1. Klimaatontwikkelingen
1.1.1.1. Niet dimensioneren op de omvang van grootst denkbare piek
1.1.1.2. Aanpak in het waterbeleid noodzakelijk
1.1.2. Ontwikkelingen inrichting bovenruimte
1.1.2.1. Maatregelen in de bovenruimte zijn onontbeerlijk
1.1.2.2. In geval van nood water bergen
1.1.2.3. Riolering is niet ingericht om extremen aan te kunnen
1.1.2.4. Het voorkomen van schade bij extremen moet door nieuwe inrichting van de bovenruimte
1.2. Ontwerp van rioolstelsels
1.2.1. Gescheiden afvoeren
1.2.1.1. Rioolwater
1.2.1.2. Regenwater
1.2.2. Rioolstelselkeuze
1.2.2.1. Verbeterd gescheiden stelsel
1.2.2.2. Regenwater wordt afgevoerd naar oppervlaktewater
1.2.2.3. Een gescheiden stelsel dat waar mogelijk loost op de bodem en gedeeltelijk op oppervlaktewater
1.2.2.4. Apart vuilwaterriool en een volledig oppervlakkige afvoer van hemelwater
2. Gemeentelijke aanpak regenwateroverlast
2.1. Nieuwe KNMI-klimaatscenario's
2.1.1. Zwaardere buien
2.1.2. Toename van hevige regen
2.1.3. Nationale rioleringsbeleid
2.2. Verwerking extreme buien
2.3. Wateroverlast
2.3.1. Meer regenwateroverlast
2.3.2. Regenwater stroom in openbare gebouwen
2.3.3. Hinder voor verkeer
2.4. Maatregelen
2.4.1. Door bijna alle gemeenten
2.4.2. Robuuste vorm van berging
2.4.3. Steeds vaker maatregelen
2.4.3.1. Aanleg aparte regenwaterriolen
2.4.3.2. Tijdelijke waterberging in het groen en op straat
2.4.3.3. Weghalen van obstakels
2.4.3.4. Afkoppeling van regenwater
2.5. Investeringen
3. Ruimtelijke structuurvisie 'S-Hertogenbosch
3.1. Visie op gebied van klimaatbestendigheid
3.1.1. Inspelen op klimaatverandering d.m.v. robuustheid
3.1.2. Schone en veilige stad, met goede balans tussen gezondheid/veiligheid en hinder
3.1.3. Zorgvuldig ruimtegebruik
3.2. Herstructurering van gebieden
3.3. Maken van klimaatrobuuste systemen
3.4. Waterveiligheid integreren in ruimtelijke ontwikkeling
3.5. Functiecombinaties ter versterking van ruimtelijke kwaliteit
4. Klimaatscenario's
4.1. Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid
4.2. Kennis toekomstig klimaat
4.3. Grote investeringen
4.4. Ver vooruit kijken
4.5. Plausibele klimaatveranderingen KNMI'14
4.5.1. hogere temperaturen
4.5.2. sneller stijgende zeespiegel
4.5.3. nattere winters
4.5.4. hevigere buien
4.5.5. kans op drogere winters
5. Impact extreme neerslag
5.1. Anticiperen op zware neerslag
5.2. Gevolg van klimaatverandering
5.3. Functioneren van het stedelijk gebied controleren/analyseren
5.3.1. Traditionele bendaring
5.3.1.1. Afvoercapaciteit
5.3.1.2. Toetsingscriterium is simulatie bui08 en geen waterop straat
5.3.1.3. Zegt niets over hoe bestendig stedelijk gebied is tegen wateroverlast bij extremen
5.3.1.4. dus eigenlijk onbetrouwbaar
5.3.2. Water bergen op straat
5.3.2.1. minder berging is kwetsbaarheid t.a.v. overlast toegenomen
5.3.2.2. Omvang en duur van water op straat zullen toenemen
5.3.2.3. Water op straat beter analyseren om te weten hoe bovengrond in te richten
5.3.3. Nieuwe rekenmodellen
5.3.4. Meer benodigde gegevens
5.3.4.1. Vaak ontbreken nog gegevens
5.3.5. Impact van extreme buien op gebied
5.3.5.1. Oplopende set fictieve buien
5.3.5.2. Set historische extreme buien met een kunstmatige ruimtelijke verdeling
5.3.5.3. Geselecteerde set buien uit radarbeelden
5.3.6. Ruimtelijke componoent
5.3.7. Gevoeligheid gebied onderzoeken
5.3.8. Compartimentering gebied
5.3.9. Ruimtelijke verdeling