1. De bouw van het hart
1.1. (Slag)aders
1.1.1. Bovenste holle ader
1.1.1.1. Bloed van de organen in het hoofd en de armen
1.1.1.2. Mondt uit in rechterboezem
1.1.2. Onderste holle ader
1.1.2.1. Bloed van de organen in de romp en de benen
1.1.2.2. Mondt uit in rechterboezem
1.1.3. Longslagader
1.1.3.1. Van rechterkamer
1.1.3.2. Splitst in twee aders
1.1.3.2.1. Een naar elke long
1.1.4. Longaders
1.1.4.1. Zuurstofrijk bloed van longen terug naar hart
1.1.4.1.1. Monden uit in linkerboezem
1.2. Hartkleppen
1.2.1. Scheiden boezems en kamers
1.2.2. Verhinderen dat het bloed terugstroomt in de boezems
1.3. Halvemaanvormige kleppen
1.3.1. Verhinderen dat het bloed terugstroomt in de kamers
2. De werking van het hart
2.1. Hartslag van 70
2.1.1. 70 keer per minuut samentrekken
2.2. Drie fasen
2.2.1. 1. Samentrekken van de boezems
2.2.1.1. Stroomt in de kamers
2.2.2. 2. Samentrekken van de kamers
2.2.2.1. Verhinderen terugstromen in boezems
2.2.2.2. Druk stijgt
2.2.2.3. Bij hoge druk halvemaanvormige kleppen opengeduwd
2.2.2.4. In aorta en longslagader geduwd
2.2.3. 3. Hartpauze
2.2.3.1. Alles ontspannen
2.2.3.2. Kan niet terugstromen
3. Vorm en locatie
3.1. In de borstholte
3.2. Iets naar links onder het borstbeen
3.3. Ongeveer zo groot als een vuist
4. De bouw van het hart
4.1. Holle spier
4.2. Verbruikt zuurstof en voedingsstoffen bij de verbranding
4.2.1. Onder andere glucose
4.2.2. Daarbij komen koolstofdioxide en andere afvalstoffen vrij
4.3. Over het hart bloedvaten
4.3.1. Kransslagaders
4.3.1.1. Stroomt bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier
4.3.1.2. Vertakkingen van de aorta
4.3.2. Kransaders
4.3.2.1. Stroomt bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg van de hartspier
4.3.2.2. Monden rechtstreeks uit in de rechterboezem
4.4. Iedere harthelft twee delen
4.4.1. Boezems
4.4.1.1. Als 'zakjes' op de kamers
4.4.2. Kamers
4.5. Harttussenwand
4.5.1. Verdeling tussen de linker- en rechterhelft