De bloedvaten
Door Martijn Atema
1. Aders
1.1. Van organen weg
1.2. Terug naar hart
1.3. Lage bloeddruk
1.4. Wand
1.4.1. Dunner
1.4.2. Minder elastisch
1.5. Minder diep in het lichaam
1.6. Hart zuigt het bloed terug
1.7. Veel bevatten kleppen
1.7.1. Vooral in armen en benen
1.7.2. Laten bloed in één richting door
1.7.3. Kan niet terugstromen
1.7.4. In slagaders geen kleppen
2. Slagaders
2.1. Hart pompt bloed in slagaders
2.2. Gaat naar organen
2.3. Hoge bloeddruk
2.3.1. Hartkamers pompen bloed met druk weg
2.3.1.1. Bij erin persen zetten ze uit
2.3.1.1.1. Voelbaar aan bijvoorbeeld de polsslag
2.4. In pols slagader onder huid
2.5. Meeste slagaders diep in lichaam
2.5.1. Daardoor niet gauw beschadigd
2.6. Vertakken zich in haarvaten
3. Drie typen
4. Haarvaten
4.1. Wand
4.1.1. 1 cellaag dik
4.2. Haarvatennet
4.2.1. De haarvaten in een orgaan samen
4.3. Lage bloeddruk
4.4. Door dunne wand vocht met zuurstof en voedingsstoffen de haarvaten verlaten
4.4.1. Naar de cellen
4.4.1.1. De cellen verbruiken zuurstof en voedingsstoffen
4.4.1.1.1. Er komen koolstofdioxide en andere afvalstoffen vrij
4.5. Komen samen in de aders
5. Het bloedvatenstelsel
5.1. Alle bloedvaten van je lichaam
5.2. Namen
5.2.1. Over het algemeen namen waar ze naartoe of vanaf lopen
5.2.2. Uitzonderingen
5.2.2.1. Poortader
5.2.2.1.1. Van darm naar lever