1. bepalen van het Noorden
1.1. uurwerk
1.2. schaduw
1.3. sterren
2. Overlevingpsychologie
2.1. Mentale problemen
2.1.1. Angst
2.1.2. zwakheid
2.1.3. wantrouwen
2.1.4. paniek
2.2. Fysieke problemen
2.2.1. neerslag
2.2.2. zonnestraling
2.2.3. honger
2.2.4. dorst
2.2.5. gebrek aan zuurstof
3. Uitrusting
3.1. Medische zaken
3.1.1. Antibiotica
3.1.2. Water zuiveringstabletten
3.1.3. Tabletten tegen diarree
3.1.4. Scalpels
3.1.5. Plijsteres
3.1.6. Condooms
3.1.6.1. Lucifers
3.2. Overlevingspakket
3.2.1. Kaars
3.2.2. Vuursteen
3.2.3. Vergrootglas
3.2.4. Naalden en garen
3.2.5. Vis gerief
3.2.6. Kompas
3.2.7. Zout
3.2.8. Koperdraad
3.2.9. Draadzaag
3.2.10. Zakmes
3.3. Uitrusting
3.3.1. Schoenen
3.3.2. Kledij
3.3.2.1. Basis laag: thermisch ondergoed
3.3.2.2. 2de laag: overhemd met boord
3.3.2.3. 3de laag: laag wollen trui
3.3.2.4. buitenste laag: wind- waterdicht jas
3.3.2.5. wandelschoenen
3.3.3. slaapbenodigheden
3.3.3.1. slaapzak
3.3.3.2. lakenzak
3.3.3.3. slaapmatje
3.3.4. Rugzak
3.3.5. Mes
4. vuur
4.1. noodzakelijk
4.1.1. brandstof
4.1.2. zuurstof
4.2. brandstof
4.2.1. tondel
4.2.2. aanmaakhout
4.2.3. brandhout
4.3. brandhout
4.3.1. klein brandhout
4.3.2. dikke stammen
4.3.3. hoofdbrandstoffen
4.3.4. Employee
4.4. vuur maken
4.4.1. bed van tondel
4.4.2. aanmaakhout eromheen
4.4.3. vorm een wigwam
5. Actieplan
5.1. eerste maatregelen in een overlevingssituatie
5.1.1. verwijdt gevaar
5.1.2. Eerste hulp toepassen
5.1.3. Plan maken
5.1.4. Schuilplaats voorzien
5.1.5. Taken verdelen
5.1.6. Water, voedsel en brandstof zoeken
5.1.7. Positie vaststellen
5.1.8. Hulp zoeken?
5.2. Wat beslissen?
5.2.1. Op weg gaan of blijven?
5.2.2. Loop nooit 's nachts
5.2.3. Je moet zelf kunnenbeslissen
5.2.4. Neem steeds degemakkelijkste weg
5.3. Research
5.3.1. Informeren
5.3.2. Vriendelijk en behulpzaam
5.3.3. Plaatselijk gebruiken
5.3.4. Het terrein
5.3.5. Weeromstandigheden
5.3.6. Materiaal
5.3.7. Water vinden
5.4. Planning
5.5. Route
5.6. Tijdschema
5.7. Bevoorrading
5.8. Andere op de hoogte brengen
6. water
6.1. vochtverlies
6.1.1. zoveel mogelijk rusten
6.1.2. praat niet, adem door neus
6.2. water vergaren
6.2.1. water uit poel --> koken
6.2.2. water zuiveren voor drinken
6.3. regenwater
6.3.1. vang het water op (waterdicht lap)
6.4. dauw verzamelen
6.4.1. doek over lage vegetatie wrijven
6.4.2. water uit doek uitzuigen/ wringen
6.5. condensatie
6.5.1. water verzamelen door plastic zak
6.6. nooit: urine en zeewater drinken, wel destilleren
6.7. oversteek van water
6.7.1. doorwaden
6.7.2. oversteken met 3 hoeksmethode
6.7.3. oversteek met touw
6.7.4. zwemmen
6.7.5. brug bouwen
7. voedsel
7.1. voeding
7.1.1. dieren
7.1.1.1. warmte
7.1.2. vruchten
7.1.3. noten
7.1.4. planten (enkel eetbare planten)
7.1.5. ratsoenering
7.1.6. wormen en insecten
7.2. eetbaarheidtest
7.2.1. door een persoon
7.2.2. opgegeven volgorde
7.2.2.1. 1. verpulver een stukje
7.2.2.2. 2. wrijf het sap aan binnenkant arm
7.2.2.3. 3. geen irritatie --> leg stukje op arm
7.2.2.4. 4. 5 sec wachten
7.2.2.5. 5. onprettige reactie --> weggooien
7.2.2.6. 6. geen reactie --> eetbaar
8. water uit sneeuw en ijs
8.1. vast ijs in sok boven vuur
9. knopen en sjorringen
9.1. Knopen
9.1.1. platte knoop
9.1.2. achterknoop
9.1.3. paalsteek
9.1.4. losse paalsteek
9.1.5. dubbele paalsteek
9.1.6. drievoudige paalsteek
9.2. lijn inkorten
9.2.1. trompet staak
9.3. touwen aan elkaar maken
9.3.1. schootsteek
9.3.2. dubbele schootsteek
9.3.3. vissersknoop
9.3.4. dubbele vissersknoop
9.4. steken
9.4.1. dubbele slag en 2 halve steken
9.4.2. mastworp
9.4.3. timmer steek
9.5. palen verbinden
9.5.1. vierkante verbinding
9.5.2. diagonale verbinding
9.5.3. schaar verbinding
9.5.4. ronde verbinding