1. Verandering
1.1. Kubler Ross
1.1.1. 5 fundamentele fasen
1.1.1.1. Ontkenning
1.1.1.2. Woede
1.1.1.3. Onderhandelen
1.1.1.4. Depressie
1.1.1.5. Acceptatie
1.1.2. Weerstand
1.2. Koeleman
1.2.1. Verandering terug brengen op niveau individu
1.2.1.1. Wat is het nut?
1.2.1.2. Wat voor antwoord krijg je daar op?
1.2.2. Kennis van de doelgroep
1.2.3. Kennis van de werkzaamheden van het individu
1.2.4. Empathie
1.2.5. Eigen referentiekader niet als maat nemen
2. Organisatie
2.1. Organisatiedoel
2.1.1. Missie
2.1.2. Visie
2.1.3. Kernwaarden
2.2. Belanghebbenden
2.2.1. Stakeholders
2.2.2. Medewerkers
3. Communicatiekruispunt
3.1. Rollen zender
3.1.1. Informering
3.1.1.1. Spreker
3.1.2. Overreding
3.1.2.1. Motivator
3.1.3. Dialogiseren
3.1.3.1. Facilitator
3.1.4. Formering
3.1.4.1. Politicus
3.2. Kanalen en middelen
3.2.1. Informering
3.2.1.1. Nieuwbrief
3.2.1.2. Info-bijeenkomst
3.2.2. Overreding
3.2.2.1. Reclamefilm
3.2.2.2. Verkoopbrochure
3.2.3. Dialogiseren
3.2.3.1. Nieuwsbrief
3.2.3.2. Brainstorms
3.2.4. Formering
3.2.4.1. Forumbijeenkomst
3.2.4.2. Stemsessies
4. Aspecten van Interne Communicatie
4.1. Zakelijk aspect
4.1.1. Feiten
4.2. Expresieve aspect
4.2.1. Emoties
4.3. Relationele aspect
4.3.1. Onderlinge verhouding
4.4. Sturend aspect
4.4.1. Wens
5. Interne communicatie
5.1. Medewerkers betrokkenheid
5.2. Belangen
5.3. Wet van Maier
5.3.1. E=KxA
5.4. Functies van Interne Communicatie
5.4.1. Gebruik maken kennis/vaardigheden
5.4.2. Motiveren
5.4.3. Richting bepalen
5.4.4. Faciliteren
6. Leerstijlen
6.1. Kolb
6.1.1. Doener
6.1.2. Bezinner
6.1.3. Beslisser
6.1.4. Denker