1. Politieke partijen
1.1. Actief kiesrecht
1.1.1. het recht om te kunnen stemmen
1.2. Passief kiesrecht
1.2.1. het recht om je verkiesbaar te stellen
1.3. Politieke partijen
1.3.1. Een groep mensen met ongeveer de zelfde ideënen over hoe de samenleving er uit moet zien
1.4. Invloed politieke partijen
1.4.1. standpunten
1.4.2. vertegenwoordigen
1.4.3. politieke functies
1.4.4. beïnvloeden
1.5. Pregessief
1.5.1. veranderen
1.6. Conservatief
1.6.1. bij het oude blijven
1.7. Links
1.7.1. Gelijkwaardigheid , Actieve overheid , Ontwikkelingshulp
1.8. Rechts
1.8.1. Veel vrijheid, Eigen verantwoordelijkheid, Passieve overheid, Bedrijfsleven is belangrijk, Hoge inkomens worden beschermd
1.9. Midden
1.9.1. Mensen moeten elkaar helpen , aanvullende rol van de overheid
2. Politieke stromingen
2.1. Liberalisme
2.1.1. - Rechts
2.1.2. -Eigen verantwoordelijkheid
2.1.3. - Individuele belangen
2.1.4. -Passieve overheid
2.1.5. -Economische vrijheid
2.1.6. VVD,PVV & D66,
2.2. Sociaal-democratie
2.2.1. -Links
2.2.2. -Gelijkheid
2.2.3. -Actieve rol van de overheid
2.2.4. -internationale sliodaritiet
2.2.5. PvdA,GroenLinks &SP
2.3. Christendemocratie
2.3.1. -Midden
2.3.2. -christelijk geloof
2.3.3. -Bijbel als uitgangspunt
2.3.4. -Naastenliefde
2.3.5. CU,SGP,CDA
2.4. Ecologische stroming
2.4.1. -Natuur
2.4.2. -Milieu
2.4.3. -Duurzaamheid
2.5. Rechts-extremisme
2.5.1. -Ongelijk waardigheid
2.5.2. -Superioriteit
2.5.3. -Geweld
3. De maatschappij en de politiek
3.1. Politike nivea's
3.1.1. - Het Land
3.1.2. -De Provincie
3.1.3. -De gemeente
3.1.4. -Europa
3.1.5. Wij kiezen onze volksvertegenwoordigers
3.2. Maatschappelijkprobleem
3.2.1. - Het is een sociaal probleem
3.2.2. -De overheid heeft er mee te maken
3.2.3. -De media bemoeit zich ermee
3.2.4. -Er zijn verschillende meningen
3.3. Normen & Waarden
3.3.1. Norm
3.3.1.1. regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
3.3.2. Waarde
3.3.2.1. principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.
3.4. Belangen & Macht
3.4.1. Belangen
3.4.1.1. het voor- of nadeel dat je ergens van hebt.
3.4.2. Belangtegenstelling
3.4.2.1. het belang van de een botst met het belang van de ander.
3.4.3. Macht
3.4.3.1. de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
3.4.4. Machtsmiddel
3.4.4.1. middelen waarmee je het gedrag van anderen beïnvloed
4. Rechtstaat , democratie en Dictatuur
4.1. Rechtstaat
4.1.1. Een land waar de rechten en plichten van de burgers en de overheid vastgesteld staan in de wet.
4.1.1.1. -Grondwet
4.1.1.2. -Grondrecht
4.1.1.3. -Rechtsbescherming
4.1.1.4. Onafhankelijke rechtelijke macht
4.1.1.5. Democratie
4.2. Democratie
4.2.1. Parlementaire democratie
4.2.2. Parlement = Eerste Kamer + Tweede Kamer
4.2.3. Democratie = burgers kiezen volksvertegenwoordigers.
4.2.4. Kenmerken parlementaire democratie
4.2.5. Vrije en geheime verkiezingen
4.2.6. Parlement
4.2.7. Meerderheid van stemmen
4.2.8. Grondwet (macht en bevoegdheden van de overheid)
4.2.9. Trias Politica
4.2.10. rechterlijkemacht
4.3. Triaspolitica
4.3.1. Wetgevende macht
4.3.2. Uitvoerende macht
4.4. Dictatuur
4.4.1. wanneer in een land de macht in handen is van één persoon, een kleine groep mensen of één partij.