1. Doel
1.1. Verminderde mobiliteit
1.1.1. Binnen drie weken kan meneer zelfstandig de eenvoudige ADL-handelingen, zoals bv. het tandenpoetsen en scheren uitvoeren. De resultaten worden samen met meneer besproken en opgenomen in het zorgdossier.
1.2. Risico op huidbeschadiging (decubitus)
1.2.1. Binnen een week zijn er voor meneer toepasselijke preventieve maatregelen, ter voorkoming van decubitus getroffen. De voorzorgsmaatregelen en het resultaat hiervan worden opgenomen in het zorgdossier.
1.3. Inactieve levensstijl
1.3.1. Binnen drie weken is meneer in staat om deel te nemen aan activiteiten ter bevorderingen van de spierkracht en het bevorderen van de conditie. De resultaten worden opgenomen in het zorgdossier.
1.4. Waarom is er niet voor gekozen om de zorgdoelen, smart geformuleerd in het zorgdossier te vermelden?
2. Acties/interventies
2.1. Verminderde mobiliteit
2.1.1. Mnr ca. 4 keer per dag actieve bewegingsoefeningen laten doen met niet-aangedane ledematen, - Instructie geven aan de bewoner om de veiligheid van de bewoner te waarborgen, - Instructies door de ergotherapeut en verpleegkundige over het gebruik van de rolstoel: zelfstandig verplaatsen en evt. andere hulpmiddelen, - Patiënt ondersteunen met het gebruik van de rolstoel en evt. andere hulpmiddelen,- Overleggen met de ergotherapeut over hoe de zelfstandigheid van de bewoner bevorderd kan worden.
2.1.2. Lichaamshouding aannemen die complicaties voorkomt, zowel in bed als in de rolstoel.
2.2. Risico op huidbeschadiging (decubitus)
2.2.1. Hanteren van een decubitus-risicoscorelijst, -Geven van voorlichting,- preventieve maatregelen ter voorkoming van decubitus.,-Hanteren van wisselligging en, -houding, - Inspectie en palpatie van de huid, tijdens de zorgverlening. Bij signalen van decubitus, dient de ouderengeneeskundige ingeschakeld te worden om te overleggen over de maatregelen/behandeling, - Plooivorming en té strak gespannen lakens voorkomen, -Beoordelen van de voedingstoestand en gewicht toename of afname (wegen), -Overleg met de dietiste over de voedingstoestand van de bewoner en zo nodig een dieet samenstellen, afgestemd op de bewoner,-
2.3. Inactieve levensstijl
2.3.1. Bespreek samen met de bewoner de voordelen van lichaamsbeweging, - Biedt hulp bij het opstellen van een realistisch bewegingsprogramma, - Biedt hulp aan bij het bevorderen van de motivatie en interesse, - Overleg met de fysiotherapeut welke actieve bewegingsoefeningen toepasselijk zijn op dhr.
2.4. Is het niet handig als de acties/interventies in het zorgplan komen te staan, zodat alle verzorgers/verpleegkundige op de hoogte zijn van de acties/interventes?
3. Evaluatie
3.1. Evalueren met het multidisciplinair team over het zorgproces: Fysiotherapeut; ouderengeneeskundige; praktijkverpleegkundige; diëtiste; voedingsassistente.
3.1.1. Zijn de problemen opgelost of verminderd?
3.2. Intervisie tussen de collega's over het zorgproces van dhr.
3.2.1. Hoe zijn de doelen behaald?
3.3. Supervisie door de ouderenverpleegkundige ( die de verzorgers coacht om de kwaliteit van zorg te bevorderen.) en hierop evalueren met de verzorgende op de afdeling.
3.3.1. Hoe is het zorgproces doorlopen?
3.3.2. Hoe is de samenwerking verlopen tussen de verschillende disciplines?
3.4. Rapporteren van het zorgproces in het zorgdossier over de opgestelde zorgdoelen.
4. Gegegevens
4.1. Verminderde mobiliteit
4.1.1. Spierspasme, - Hemiparese links ten gevolge van CVA rechts, - Rolstoelafhankelijk, - Mr is niet in staat om zelfstandig de algemene dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren,
4.1.2. Mr. is in staat om zijn rechterlichaamshelft te gebruiken, maar gebruikt het zeer beperkt.
4.2. Risico op huidbeschadiging:
4.2.1. Mr. wilt niet elke woensdag gedoucht worden, - Mr. heeft geen spierkracht in zijn linkerlichaamshelft waardoor de knieën continue op elkaar worden gedrukt, - Mr. is niet in staat om zelfstandig te draaien in bed of een andere houding aan te nemen in de rolstoel.
4.2.2. Gewichtsverlies, - Droge huid , - Mr. is niet in staat om zijn linkerlichaamshelft zelfstandig te bewegen.
4.3. Inactieve levensstijl:
4.3.1. Mr. heeft een dagelijks leven zonder fysieke inspanning; denk hierbij aan activiteiten ter bevordering van de spierkracht en conditie, - Mr. neemt geen deel aan activiteiten binnenshuis en/of buitenshuis, -
4.3.2. Mr. zit dagelijks alleen op de afdeling, waar zijn activiteiten voornamelijk bestaan uit: het kijken naar de tv en het roken van sigaretten op het balkon (geen activerende activiteiten).
4.4. Algemene gegevens:
4.4.1. Dhr van D, 76 jaar, weegt 58 kg en is 174 cm lang. CVA met hemiparese links,, diagnose is vastgesteld in 2009.
4.4.2. Medicatie:
4.4.2.1. Acetylsalicylzuur; antistollingsmedicijn, - Fosinopril; verlaging van de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart, - Simvastatine; verlaagt de cholesterol en andere vetten in het bloed, - Pantoprazol; minder zuur aanmaak in de maag.