1. bloeddruk verlagende middelen: anti-hypotensiva
1.1. RAS Remmers:
1.1.1. enalapril
1.1.2. lisinopril
1.1.3. captopril
1.2. ACE-remmers : werking op nieren en hart
1.2.1. losartan
1.2.2. selokeen
1.2.3. valsartan
1.3. perifere doorbloedingsmiddelen
1.4. Diuretica: vocht afdrijvend
1.4.1. hydrochloortiazide
1.4.2. furosemide
1.4.3. chloortalidon
1.4.4. spironolacton
2. hartdoorbloeding bevorderende middelen: coronaire middelen
3. hartritme-normaliserende middelen: anti-arrythmica
3.1. amiodaron
3.2. flecanide
4. trombocytagregatieremmers
4.1. antiklonter
4.1.1. acetylsalicylzuur
5. vaatvernauwende middelen
5.1. hyrdralasine
5.2. mynoxidon
6. Algemene kenmerken
6.1. Een groep van medicatie met een werking op het hart en/of de bloedvaten. dit wordt ook wel tractuscirculatorius
7. bloedverdunner
7.1. cumarine afgeleid
7.1.1. acenocumarol
7.1.2. fenprocoamen
8. beta-blokker
8.1. selectief : effect op hart
8.1.1. atenolol
8.1.2. bisoprolol
8.1.3. metoprolol
8.2. niet selectief : blokkeren beta 1 receptoren van het hart en bet 2 reseptoren van de bloedvaten, nieren en longen
8.2.1. propranolol
8.2.2. sotalol
9. bloeddruk verhogende middelen: anti-hypertensiva
9.1. bètasymptaticolytica: blokkeren sympaticus
9.1.1. selectief
9.1.1.1. metaprolol
9.1.1.2. atenolol
9.1.2. niet selectief
9.1.2.1. carvedilol
9.1.2.2. propanolol
9.2. diuretica: plastablet
9.2.1. kaliumsparend
9.2.1.1. triamtereen
9.2.1.2. eplerenan
9.2.1.3. spirontactan
9.2.1.4. amiloride
9.2.2. niet-kaliumsparend
9.2.2.1. farosemide
9.2.2.2. hydrochloortiazide
9.2.3. combinaties
9.2.3.1. amiloride/ hydrochloortiazide
9.3. RAS-remmers: remmen stofje ace
9.3.1. ACE-remmer
9.3.1.1. enalapril
9.3.1.2. lisinopril
9.3.2. angiotensine II antagonisten: blokkeren AZ antagonisten
9.3.2.1. losartan
9.3.2.2. valsartan
9.3.3. renineremmers
9.3.3.1. aliskiren
9.3.4. combinaties
9.3.4.1. hydrochloortiazide/ valsartan
9.3.4.2. hydrochloortiazide/ lasartan
9.4. calciumantagonisten
9.4.1. op bloedvaten
9.4.1.1. nifedipine
9.4.1.2. amlodipine
9.4.2. op het hart
9.4.2.1. verapamil
9.4.2.2. diltiazem
10. hartfaal-middelen
10.1. bètasympaticolytica
10.1.1. bisoprolol
10.2. calciumantagonisten
10.2.1. op het hart
10.2.1.1. verapamil
10.2.1.2. diltiazem