1. klimaat
1.1. in Nederland stijgt de gemiddelde zeespiegel met 40 cm per jaar vanaf 2010
1.2. door biobrandstof neemt CO2 uitstoot heel erg af
1.3. jongere bossen nemen meer CO2 op dan oudere bossen
1.4. planten hebben fotosynthese
1.4.1. zetten CO2 om inn glucose en cellulose
1.4.1.1. als planten dood gaan komt er methaan en CO2 vrij in de atmosfeer
1.5. ontbossing
1.5.1. direct effect op het klimaat
1.5.1.1. bomen nemen CO2 op en als het wordt gekapt stoten ze bijna evenveel CO2 uit
1.5.1.1.1. 20% van de menselijk CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door houtkap en bosbranden
1.6. door CO2 uitstoot wordt het gemiddeld klimaat op aarde warmer
1.6.1. het landijs gaat smelten op de polen
1.6.1.1. de zeespiegel stijgt
1.7. door stijging van de gemiddelde temperatuur
1.7.1. ontstaat extreem weer zoals droogte en bosbranden
1.8. klimaat verandering veroorzaakt dat men meer landbouwgrond gaan gebruiken voor biobrandstoffen
1.8.1. gevolg: ontbossing
1.9. CO2 uitstoot is niet alleen bij verbranding van de biobrandstoffen, maar ook bij het transport van de biobrandstoffen.
2. voedsel
2.1. de prijs van zachte grondstoffen stijgen
2.1.1. subsidies voor biobrandstoffen
2.1.2. verstedelijking
2.1.3. klimaatverandering
2.1.4. groei van de wereldbevolking
2.2. door economische groei sterke groei van vlees concumptie
2.2.1. op een stuk grasland kan 330 kilo vlees geproduceerd
2.2.2. op hetzelfde stuk grasland kan 40.000 kilo aardappelen leveren
2.3. de groei van de wereld bevolking
2.3.1. genoeg voedsel voor iedereen
2.3.2. hongersnood ligt niet aan de groei van de wereldbevolking
2.4. voedselverdeling
2.4.1. voedsel is evenredig toegenomen
2.4.2. vraag naar meer vlees veroorzaakt meer vraag naar mais en graan voor de dieren
2.4.3. gevolg: de verdeling van voedsel is oneerlijk
2.4.4. voedsel is bedoelt om te voeden, niet voor brandstof
2.4.5. in Amazonen gebieden afgezet om planten te planten
2.4.5.1. planten worden verbrand, waardoor biobrandstoffen ontstaan
2.4.5.1.1. gevolg: plaatselijke bevolking kan geen voedsel meer produceren, waardoor ze verhongeren
3. energie
3.1. Biobrandstof
3.1.1. niet aan voedsel gerelateerd
3.1.2. gemaakt uit planten die hiervoor speciaal geteeld zijn
3.1.3. kan ook uit oneetbare gedeelten van voedselgassen bestaan
3.1.3.1. verstekt broeikaseffect
3.1.3.1.1. noordelijk halfrond heeft last van temperatuurstijgingen
3.1.3.2. bijvoorbeeld: jatropha-olie
3.1.3.2.1. geperste olie is tot biobrandstof te verwerken, maar is geen voedselgewas
3.2. alternatieve, duurzame energiebronnen
3.2.1. onuitputbare energiebronnen: (zon-, wind- en waterenergie)
3.2.2. kernenergie
3.2.2.1. vraag naar olie stijgt
3.2.2.2. laat radioactivie deeltjes achter
3.3. brondstoffenvraag
3.3.1. alternatieve technologieën worden beter
3.3.1.1. hybride voertuigen
3.3.1.2. elektrische voertuigen
3.3.2. ervaring voor zulke innovaties duurt lang voordat het op de markt wint
3.4. aardgas
3.4.1. schoonste fossiele brandstof
3.4.2. verbranding laat niet veel CO2 vrij
3.4.3. gebruik van aardgas neemt af, steenkool neemt toe
3.4.3.1. steenkoolcentrales produceren goedkoper das gascentrales
3.4.4. prijs van aardgas stijgt per m2