West-Europa midden 14de eeuw

1. Jezusbeeld

1.1. Evolueert: Jezus wordt strenge rechter, beslist wie naar hemel en hel gaat

2. Kerkbeeld

2.1. Medemens en zichzelf worden gezien als zondige mensen

2.1.1. Biecht = belangrijk, geen priester -> biechten bij een leek

3. Kunst

3.1. Nieuwe thema's: vooral de dood

3.1.1. La danse macabre

3.1.2. Pilaren in grote kerken: versierd met schedels en knoken

4. Vroomheid

4.1. Boeteprocessies

5. Samenleving

5.1. bevolking stijgt sneller dan voedselproductie

5.1.1. Relatieve ondervoeding

5.1.2. Zwakke gezondheid

5.2. Pestepidemie

5.2.1. Hoog sterftecijfer

5.2.2. Paniek breekt uit

5.2.3. Joden krijgen schuld

5.2.3.1. Paus verklaart plechtig dat Joden niet de oorzaak zijn

6. Godsbeeld

6.1. Vroeger: God = almachtig en goed

6.1.1. Regelmaat en orde in de natuur = wegwijzer naar God

6.2. Sinds pest: men twijfelt aan de goedheid van God of aan zijn bestaan zelf

6.2.1. Strenge, straffende Goed die alle fouten van de mens bijhoudt en hen straft

6.2.1.1. Eeuwenlang aanwezig in Europa: calvinisme, Maarten Luther

6.2.2. Orde is weg: enkel Bijbel vindplaats van God

6.2.2.1. Protestantisme