1.1. Het verhaal wordt vanuit twee standpunten verteld. De meeste hoofdstukken zijn in de "ik-persoon" geschreven. Een aantal hoofdstukken zijn echter vanuit de tweede persoon, de "jij-persoon" geschreven. Dit zijn flashbacks naar de jeugd van de hoofdpersoon. Bijvoorbeeld: 'Jij gaat eerst. Je steekt de lucifer aan, houdt hem tussen je duim en wijsvinger en laat hem helemaal opbranden, totdat hij vanzelf uitgaat.' Dit was een citaat uit het eerste deel dat je een beeld geeft van hoe het leven van het hoofdpersonage eruit ziet.
2. Spanning
2.1. De schrijfster creëert spanning door in het begin niet alles heel duidelijk te beschrijven. Zo begin je in het eerste deel met een aantal scènes waar ik persoonlijk niet zo veel van kon maken, maar ik wilde wel graag weten hoe het verder ging. Later in het verhaal geeft de af en toe flashbacks die ook pas later pas duidelijk worden. Op deze manier wil je graag weten hoe het verder gaat en kun je je fantasie de vrije loop laten gaan.
3. Tijd
3.1. Het verhaal speelt zich af in het heden. Dit kun je opmaken uit het feit dat ze op de school computers hebben. Verder worden er niet veel moderne dingen genoemd. Dit komt doordat de hoofdpersoon het liefst buiten in de bossen is en hoofdpijn krijgt van elektronische apparaten.
4. Belangrijkste bijfiguur
4.1. De belangrijkste bijfiguur is Marcus, de vader van Nathan, de hoofdpersoon. Marcus is de slechtste zwarte heks en moet daarom onderduiken, maar Nathan heeft zijn vader nog nooit ontmoet en wil zo veel mogelijk over hem te weten komen. Ook wil hij zijn vader bij de geschenkceremonie voor zijn 17e verjaardag hebben en daarom gaat hij naar hem op zoek.
5. Mening
5.1. Ik vind "Half Zwart" een heel bijzonder boek, omdat ik nog nooit iets als dit heb gelezen. Het bijzonderste is dat er stukken in de tweede persoon zijn geschreven. Toen ik met dit boek begon wilde ik niks liever dan begrijpen waarom dingen zo zijn zoals ze zijn. Het trekt echt je aandacht. Verder is het goed opgebouwd. De verschillende delen maken het goed overzichtelijk. Ik zou het zeker aanraden.
6. Vertelprocedé
6.1. Het verhaal is zo geschreven dat je het beleeft met het hoofdpersonage. Het is in de tegenwoordige tijd geschreven, dus je hebt echt het gevoel dat het nu gebeurt. Verder zijn er flashbacks die, zoals bij het kopje 'vertelstandpunt' genoemd is, vanuit de tweede persoon zijn geschreven. Het verhaal is opgedeeld in verschillende delen en de delen zijn opgedeeld in hoofdstukken.
7. Interpreteren
7.1. Iets wat duidelijk onbeschreven blijft is wat er precies gebeurd is met de moeder van Nathan. In het eerste deel wordt duidelijk dat ze zelfmoord heeft gepleegd, omdat ze niet blij was met het kind van de krachtigste zwarte heks, maar heel veel wordt er niet over verteld. Hier kun je dus je eigen fantasie gebruiken. Er zijn nog meer van dit soort "open plekken", de meeste hiervan komen uit Nathans jeugd, omdat hier de meeste details zijn weggelaten.
8. Tijdsverloop
8.1. In het boek verloopt 17 jaar. In het tweede deel wordt een moment beschreven waarop de hoofdpersoon een baby is en het laatste deel gaat over zijn 17e verjaardag. In het tweede deel wordt een groot deel van de jeugd van het hoofdpersonage beschreven. Hier worden veel details over geslagen en alleen de belangrijke punten genoemd. In de verdere delen komen veel meer details.
9. Hoofdpersoon
9.1. De hoofdpersoon van dit verhaal is Nathan. In het verhaal bestaan twee soorten 'heksen'. Zwarte heksen (de slechte heksen) en de witte heksen (de goede heksen). Nathan is echter een kind van een zwarte en een witte heks. De Raad (bestaande uit witte heksen) houdt hem continu in de gaten. Ze testen hem de hele tijd om te kijken of hij een zwarte of witte heks is. Als kind trok Nathan dat nog wel, maar als hij 15 is is hij het zat en besluit hij om zijn eigen ding te gaan doen. Dit loopt echter niet als gepland.