Mijn afstudeerkeuze:

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Mijn afstudeerkeuze: Door Mind Map: Mijn afstudeerkeuze:

1. Waarom geen BGO: De lesstof moet bij BGO leerlingen vanuit uit eigen belevingwereld en stapsgewijs uitgelegd worden. De stof is erg oppervlakkig. Aan de andere kant is er wel heel veel contact met de leerlingen. Maar niet op de manier die ik wil. Ik wil niet alleen maar corrigeren. Dit deed ik nu wel op mijn Hoofdfase 1 stage en dit kost veel energie omdat je de leerlingen moet laten horen dat ze dit voor jou moeten doen omdat ze het zelf niet noodzakelijk vinden.

2. Beroeps gericht onderwijs (BGO)

2.1. Specifieke beschrijving

2.1.1. - Leerlingen hebben een lage spanningsboog. - leerlingen hebben veel duidelijkheid en structuur nodig. - het niveau van zelfstandigheid is laag. - intensieve relatiestructuur/ veel contact met de leerlingen.

2.2. vormgeving van het onderwijs

2.2.1. - Er worden doelen gesteld voor de korte termijn. - De leerstof is niet erg diepgaand. - veel visualisatie / belevingswereld. - Mens & Maatschappij.

2.3. Mijn kwaliteiten

2.3.1. Sociaal, vriendelijk, sterk inlevingsvermogen, flexibel, rechtvaardig, consequent, geduldig. Deze kwaliteiten zijn vereist voor het lesgeven op BGO. Hier moet je de leerlingen echt winnen.

3. Laura van den Broek 2833352 Fontys lerarenopleiding Aardrijkskunde

4. Waarom wel AVO: Het onderwijs is hier zelfstandig ingericht waar de leerlingen kritisch bekijken naar onder andere het lesboek. Met AVO leerlingen kun je verder kijken dan het boek en ben je geen politie agent die leerlingen moet blijven corrigeren en bij de les te houden. Ik kies echt voor mijn vak op een plek waar dat de leerlingen voor zichzelf werken en niet voor de docent.

5. Algemeen vormend onderwijs (AVO)

5.1. Specifieke kenmerken

5.1.1. -De leerlingen zijn erg zelfstandig -Leerlingen hebben minder begeleiding nodig -Deze leerlingen zijn vaak leergierig. - Leerlingen hebben een hoge spanningsboog. - Leerlingen werken voor eigen ontwikkeling.

5.2. Vormgeving van het onderwijs

5.2.1. - opdrachten zitten hoger in de Taxonomiie van Bloom. -Leerlingen ontwikkelen een kritische blik

5.3. Mijn kwaliteiten

5.3.1. kijk verder dan het boek, vriendelijk, flexibel.

6. Mijn ideaalbeeld: Over 5 jaar ben ik aan het werk op een middelbare school. Na mijn afstudeerstage ben ik blijven hangen op een school die mij aanbied een master te gaan doen of een tweede vak erbij te gaan studeren. Deze vervolgopleiding heb ik dan net afgerond. Een tweede vak erbij zou goed passen bij BGO en een master goed bij AVO