1. Tips voor de praktijk
1.1. Je kunt culturele verschillen heel vanzelfsprekend gebruiken in je lessen of activiteiten.
1.2. Opstelling van groot naar klein: het verschil in lichaamslengte is uitgangspunt
1.3. Laat leerlingen vertellen hoe ze thuis eten, en vraag door over de verschillen
2. Intercultureel onderwijs is maar een woord
2.1. Het is een begrip
2.2. De samenleving
2.2.1. Veel verschillen
2.2.1.1. economisch terrein
2.2.1.2. cultureel
2.2.1.3. godsdienstig terrein
3. De onvermijdelijkheid van dilemma’s
3.1. We noemden ook het aspect van een dilemma
3.2. Je hebt altijd te maken met confl icterende opvattingen en belangen.
3.3. Ook op scholen zijn meningsverschillen onderdeel van de normale gang van zaken.
4. Nieuw knooppunt
5. Het sluit aan bij WSNS en adaptief onderwijs
5.1. WSNS staat voor het binnenhouden en eff ectief opvangen van leerlingen
5.2. Adaptief onderwijs staat voor het afstemmen van het onderwijs op de individuele leerling.
5.3. Het concept Intercultureel onderwijs sluit aan bij Weer Samen Naar School en Adaptief Onderwijs.
6. Dilemma’s voor een interculturele samenleving
6.1. Waarden en normen
6.2. religieuze achtergrond
6.3. Eigen mening
6.3.1. Andere respecteren!
6.4. Culturele meningsverschillen
6.4.1. bij een dilemma kun je nooit een goede keuze maken
6.4.1.1. elke keuze heeft positieve aspecten
6.4.2. de argumenten hebben uiteenlopende achtergronden
6.4.2.1. afkeer van geweld
6.4.2.1.1. er kan weerstand bestaan
6.4.3. waarom zou een school kledingsvoorschriften hanteren?
6.4.3.1. gerespecteerd, veilig en erkend
6.4.4. tegenargumenten zijn ook goed te bedenken
6.4.5. dialoog als enig mogelijke benadering
6.4.5.1. Ons land, met al die verschillen, is bovendien ook nog eens een democratie
6.4.6. scholen maken keuzes
6.4.6.1. De aanpakken, de visies op kleding en al of geen voorschriften hanteren, iedere school zoekt zijn eigen weg.
6.4.7. dilemma’s zijn onvermijdelijk
6.4.7.1. een dynamische samenleving
6.4.7.2. innerlijke instabiliteit
7. Het heeft drie aspecten: kennis, houding,vaardigheid
7.1. Kennisaspect
7.1.1. Het herkennen en interpreteren van de situatie.
7.2. Houdingsaspect
7.2.1. Beheersen van je emoties, ben je tot alles in staat.
7.3. vaardigheidsaspect
7.3.1. adequaat gedrag
7.4. Nieuw geheel wordt genoemd: sociale competentie: efficiënt communicerenknooppunt
7.4.1. sociale competentie
7.4.2. efficiënt communiceren