Groepen Marieke de Jong

1. Gezin

1.1. Gezin Ronnie, Marieke & Isa

1.1.1. Ik geef hulp aan de ander als hij mij die vraagt.

1.1.2. Ik adem rustig door en vertel eerlijk wat ik voel als ik gedrag van een ander wel/niet prettig vind en welk gevolg dit gedrag voor mij heeft.

1.1.3. Laten merken dat je met je hart en hele wezen gehoord hebt waar de ander over spreekt.

1.2. Gezin de Jong

1.2.1. Uitstralen van een positieve grondhouding en acceptatie en vertrouwen.

1.2.2. Ik richt mij op en genieten van het hier en nu, vanuit ontspannen lichaamsbewustzijn.

1.2.3. Scheiden van 'ik' en 'de ander':horen dat de ander altijd spreekt over zichzelf en zijn ontwikkelingen en beseffen dat je problemen voor anderen niet op hoeft te lossen.

2. School

2.1. Basisonderwijs

2.1.1. Ik groet de ander bij aankomst in of bij het vertrek uit het lokaal.

2.1.2. Ik maak oogcontact en luister (houd mijn mond) wanneer de ander spreekt.

2.1.3. Ik vraag hulp als ik iets niet begrijp

2.1.4. Ik ga zorgvuldig om met materialen en spullen uit mijn omgeving.

2.2. Middelbare school

2.2.1. Ik toon dat ik wil leren en bereid ben om mijn best te doen.

2.2.2. Ik heb alle materialen, agenda en huiswerk zoals afgesproken bij me.

2.2.3. Ik ben op tijd en houd me aan de regels.

2.3. Pabo

2.3.1. Ik zeg het als ik de ander niet vertrouw, maar ik kies ervoor om de ander te (leren) vertrouwen.

2.3.2. Benoemen van eigen gevoelens en gedachten de start.

2.4. HU

2.4.1. Ik laat merken dat ik begrijp wat de ander voelt en waarom de ander zo reageert.

2.4.2. benoemen van eigen gevoelens en gedachten: te allen tijde bereid tot authentieke zelfonthulling op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in leren.

2.4.3. Ik vraag om hulp als ik iets niet begrijp.

3. Hardloopgroep

3.1. Ik geef mezelf een compliment als ik het goed heb gedaan

3.2. Ik toon dat ik bereid ben om mijn best te doen

4. Werk

4.1. Ik kies er elke keer weer voor mij. te richten op de goede kanten van mijzelf en de ander.

4.2. benoemen van eigen gevoelens en gedachten: te allen tijde bereid tot authentieke zelfonthulling op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in leren.

4.3. Met een warm hart verbanden leggen tussen gedrag en mogelijke achtergronden.

4.4. Uitstralen dat leren iets is dat continu plaats vindt en dat falen niet bestaat; dat je altijd kunt leren van eerdere positieve en negatieve ervaringen.

4.5. Ik vraag om hulp als ik iets niet begrijp.

4.6. Ik geef hulp aan de ander al hij mij die vraagt.

5. Vrienden

5.1. Ik laat merken dat ik begrijp wat de ander voelt en waarom de ander zo reageert.

5.2. Ik onderzoek waarom ik (ver)oordeel en streef naar acceptatie en respect van mijzelf en dus ook de ander.

5.3. Ik geef hulp aan de ander als hij mij die vraagt.

5.4. Ik adem rustig door en vertel eerlijk wat ik voel als ik gedrag van een ander wel/niet prettig vind en welk gevolg dit gedrag voor mij heeft.

5.5. Bewust hanteren van mijzelf als instrument. Eigen interpretaties, meningen en adviezen willen parkeren.