Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Media Door Mind Map: Media

1. Stromingen in mediapedagogiek

1.1. Mediapedagogiek = het bewust maken van kinderen van het aanbod van tv-programma’s en hen er kritisch mee leren omgaan, waardoor ze de inhoud op waarde kunnen inschatten.

1.2. 4 stromingen

1.2.1. Bewaarpedagogische stroming - zien de media als injectienaalden die gif in de kinderen spuiten (pessimistisch)

1.2.2. Sociologische stroming - kinderen weerbaar maken tegen eenzijdige informatie en hen trainen eigen programma's te maken.

1.2.3. Semiologische stroming - kinderen leren decoderen. Het gaat om het overbrengen van beelden en de betekenissen.

1.2.4. Gedrags- wetenschappelijke stroming - het aanleren van kritische kijkvaardigheden om zo de mening, het gedrag en de houding van kinderen te bevorderen.

2. Kerndoelen

2.1. Kerndoelen met betrekking op Nederlands

2.1.1. Kerndoel 1 - informatie verwerven uit gesproken taal en deze gestructureerd weergeven (opschrijven/mondeling)

2.1.2. Kerndoel 2 - leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van info

2.1.3. Kerndoel 3 - leren informatie te beoordelen en te discussiëren m.b.v. argumenten

2.1.4. Kerndoel 7 - leren informatie en meningen te ordenen

2.1.5. Kerndoel 6 - leren informatie en meningen te vergelijken en beoordelen

2.1.6. Kerndoel 12 - een adequate woordenschat

2.2. Kerndoelen met betrekking op oriëntatie op jezelf en de wereld, Mens en Wereld

2.2.1. Kerndoel 34 - leren zorg te dragen voor je eigen en andermans gezondheid

2.2.2. Kerndoel 35 - redzaam gedragen in sociaal opzicht

2.2.3. Kerndoel 44 - leren een relatie te leggen tussen werking, vorm en materiaalgebruik

2.2.4. Kerndoel 51 - gebruik maken van historische bronnen

3. Opdracht ‘Activiteiten / lesideeën

3.1. Lesidee huidige stagegroep (groep 1/2) - 'Mediaspoor' les 1 (Hoe kan je een verhaal vertellen aan iemand die dichtbij is? Aan de hand van het verhaal van Melle de Muis, verkennen de leerlingen manieren om een verhaal te vertellen zonder te praten. Ze experimenteren met vormen zoals theater, dans en muziek.) Onze waardering voor deze les en in het algemeen het lessenpakket is vrij hoog. Wij geven een 8. De lessen sluiten goed aan bij de kerndoelen en dit wordt ook overzichtelijk weergegeven. Tevens zijn de lessen goed haalbaar en sluiten ze aan bij de doelgroep. Ook wordt er veel geëxperimenteerd en leren de kinderen welke soorten media er zijn.

4. Soorten media

4.1. Gedrukte media - geschreven tekst

4.2. Audiovisuele media - media die je te horen of te zien krijgt

4.3. Digitale media/ massamedia

5. Media-onderwijs en mediawijsheid

5.1. Mediawijsheid is het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarbij burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld (2005).

5.1.1. Mentaliteit

5.1.1.1. Verantwoordelijke houding

5.1.1.2. Aan media-gerelateerd gedrag

5.1.2. Productie van media-inhouden

5.1.3. Expressie

5.2. Mediawijsheid - 10 competenties

5.2.1. Niveaus

5.2.1.1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving

5.2.1.2. Begrijpen hoe media gemaakt wordt

5.2.1.3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren

5.2.1.4. Apparaten, software en toepassingen gebruiken

5.2.1.5. Oriënteren binnen media-omgeving

5.2.1.6. Informatie vinden en verwerken

5.2.1.7. Content creëren

5.2.1.8. Participeren in sociale netwerken

5.2.1.9. Reflecteren op het eigen mediagebruik

5.2.1.10. Doelen realiseren met media

5.2.2. Eigen inschaling

5.2.2.1. Wij schalen onszelf in rond niveau 2/3 van de mediawijsheidcompetenties. Wij gebruiken vaak media in ons onderwijs en zijn zelf redelijk actief op bijvoorbeeld sociale media. Ook hebben wij aandacht voor het feit dat leerlingen onderling meer met elkaar in contact staan door het (bijna) constante gebruik van media.

5.3. De inhouden en doelen van media-onderwijs zijn altijd verbonden met de inhouden van reguliere vakgebieden

5.3.1. Kunst

5.3.1.1. Kunstzinnige en creatieve vermogens; kennis, inzicht, middelen om (reflectief) deel te nemen aan het (culturele) leven

5.3.2. Erfgoed

5.3.2.1. Versterkt binding met het verleden en verschaft inzicht in historisch besef en van daar naar de toekomst

5.3.3. Media

5.3.3.1. Volgens de Angelsaksische benadering: kundig en kritisch omgaan met (massa)media (klassieke en nieuwe media), dit leidt tot mediawijsheid

6. Opdracht ‘Instellingen en educatie, websites’

6.1. EYE Filmmuseum

6.1.1. 1. Sluit het lesmateriaal voor in de klas aan op wat er in het museum te zien is? Oftewel is het lesmateriaal voorbereidend op een museumbezoek?

6.1.2. 2. Sluiten de vaardigheden en kennis van de verschillende workshops op elkaar aan?

6.1.3. 3. Welke vaardigheden, kennis en attitudes komen aan bod en worden ontwikkeld bij de kinderen?

7. Onderverdelingen

7.1. Germanistiche benadering van media (betekenisoverdragers)

7.1.1. Lichaam

7.1.2. Voorwerpen

7.1.3. Taal

7.1.4. Grafische tekens

7.2. Angelsaksische benadering van media (informatieoverbrengers)

7.2.1. Klassieke media

7.2.1.1. Concreet / analoog

7.2.2. Moderne media

7.2.2.1. Digitaal

7.3. Verschil Germanistisch - Angelsaksisch

7.3.1. Bij de Germanistische benadering worden de vier media gezien als een drager van cultuur. Bij de Angelsaksische benadering gaat het om media die de cultuur doorgeven/overbrengen. De media waarmee dit gebeurt zijn op zichzelf geen cultuurdragers.