1. 3.1 ICT en privacy
1.1. 3.1.1 Aspecten uitwisseling informatie
1.1.1. Juistheid
1.1.2. Toegankelijkheid
1.1.3. Eigendom
1.1.4. Privacy
1.2. 3.1.2 Wet Bescherming Persoonsgegevens
1.2.1. inbreuk op privacy is groot
1.2.1.1. doordat geautomatiseerde informatiesystemen onderling gekoppeld zijn
1.3. 3.1.3 Burgerservicenummer (BSN) en privacy
1.3.1. belastingaangifte
1.3.2. de aanvraag van een paspoort of rijbewijs
1.3.3. het aanvragen van een uitkering.
1.4. 3.1.4 Netwerksites en privacy
1.4.1. sociale media
1.4.1.1. niet alles is privé
2. 3.2 ICT en computercriminaliteit
2.1. 3.2.1 Vormen van computercriminaliteit
2.1.1. Cracken
2.1.1.1. Het kraken van beveiligingen van computers, applicaties of websites met verkeerde, criminele, bedoelingen
2.1.2. Pharming
2.1.2.1. Door het kraken van een DNS-server, worden bezoekers naar een andere website geleid dan ze verwachtten.
2.1.3. Phishing
2.1.3.1. Slachtoffers worden naar een valse website gelokt, bijvoorbeeld met nauwkeurig nagemaakte e-mails.
2.1.4. Malware
2.1.4.1. Malware omvat alle programma’s die ontwikkeld zijn met kwaadwillende bedoelingen.
2.2. 3.2.2 Malware
2.2.1. Trojaans paard
2.2.1.1. programma’s die door de gebruiker zelf op de pc wordt gezet
2.2.2. Computervirus
2.2.2.1. een applicatie die zich in een bestand nestelt en deze besmet.
2.2.3. Worm
2.2.3.1. een applicatie vermenigvuldigt zichzelf en gaat op zoek naar netwerkverbindingen om andere computers ook binnen te dringen
2.2.4. Spyware
2.2.4.1. applicaties die ongevraagd geïnstalleerd worden wanneer je iets downloadt of een site bezoekt
2.2.5. Adware
2.2.5.1. applicaties die ongevraagd geïnstalleerd worden wanneer je iets downloadt of een site bezoekt
2.2.5.1.1. Adware valt de gebruiker lastig met pop-ups met advertenties (vaak gecombineerd met spyware)
2.2.6. Ransomware
2.2.6.1. blokkeert je de toegang tot bepaalde bestanden op je computer, en heft die blokkade pas op als jij geld aan de makers van de ransomware betaalt
3. 3.3 ICT en sociale veiligheid
3.1. De anonimiteit bedreigt op de sociale veiligheid
3.2. Op een chatsite kan iemand zich gemakkelijk anders voordoen
4. 3.4 ICT en gezondheid
4.1. 3.4.1 RSI en CANS
4.1.1. werkplek niet goed ingericht
4.1.1.1. letsel aan pezen en spieren
4.2. 3.4.2 Verslaving
4.2.1. je kan verslaafd raken aan een smartphone of tablet
4.3. 3.4.3 Stress
4.3.1. sommige mensen willen 24 uur per dag beschikbaar zijn, en dat levert stress op
4.3.2. ook kan je te veel informatie binnenkrijgen wat stress oplevert
5. 3.5 ICT en werkgelegenheid
5.1. Nieuwe functies
5.1.1. programmeur
5.1.2. systeemanalist
5.1.3. systeemontwikkelaar
5.1.4. netwerkbeheerder
5.1.5. webdesigner
5.1.6. webmaster
5.1.7. database-administrator
5.1.8. applicatiebeheerder
5.2. Andere ontwikkelingen op de werkvloer
5.2.1. Werken op afstand
5.2.1.1. thuiswerken
5.2.1.2. nadelen
5.2.1.2.1. sociaal isolement
5.2.1.2.2. geen direct contact met collega’s.
5.2.2. Flexibele werkplekken
5.2.2.1. Smart Work Centers
5.2.2.1.1. Plekken waar geen bedrijf zit maar waar iedereen een kantoortje kan 'huren' zodat hij daar kan werken
6. 3.6 Beperken van de nadelen
6.1. nadelen van ICT beperken
6.1.1. oplossingen
6.1.1.1. letten op gebruiksgemak en doelmatigheid
6.1.1.2. zorgen dat privacy en beveiliging goed beschermd zijn voor onbevoegd gebruik.
6.1.1.3. gebruikers van computer, smartphone of tablet met respect behandelen.