1. RESTAURANT
1.1. KLASSIEK
1.2. MIDDENKLASSE RESTAURANT
1.2.1. tussen eetcafé en klassiek / luxe restaurant in
1.3. WEG RESTAURANT
1.3.1. vrachtwagenchauffeurs
1.3.2. vertegenwoordigers
1.3.3. recreanten
1.4. THEMA
1.4.1. soorten gerechten
1.4.2. land van oorsprong
1.4.3. de bereidingswijze
2. CAFÉ
2.1. BRUINCAFÉ / BRASSERIE
2.1.1. voldoen niet aan minimale inrichtingseisen
2.1.1.1. plafond lager dan 2.60
2.1.1.2. oppervlakte minder dan 35 m2
2.1.1.3. dames en heren toiletten niet aanwezig of gescheiden
2.2. EETCAFÉ
2.2.1. 1. vanaf 's morgens tot 's avonds geopend
2.2.2. 2. arbeidsintensiever door productie uitbreiding
2.2.3. 3. daardoor hogere eisen management
2.3. GRAND CAFÉ
2.3.1. 7 dagen open
2.3.2. eten en drinken, daardoor hogere eisen bedrijfsvoering
2.3.3. hoge verwachting door prijs ( prijs - kwaliteit verhouding)
2.3.4. leeftijdscategorie: 25 +
2.3.5. dure aankleding
2.3.6. eisen veel en kundig personeel
2.3.7. veel vierkante meters in het bedrijf
3. HOTEL
3.1. weghotels
3.1.1. meer bekend onder Motel
3.1.2. veel reclame langs de weg
3.1.3. lid van een hotelketen
3.1.3.1. heeft als voordeel dat de grote naam bekend is
3.1.3.2. merknaam vergroot de stopkans
3.2. airporthotels
3.2.1. voor reizende mensen
3.2.2. bekende ketens zijn:
3.2.2.1. Hilton
3.2.2.2. Mariott
3.2.2.3. Sheraton
3.2.2.4. Holiday inn
3.2.2.5. Crown Plaza
3.2.2.5.1. vertrekken en komende mensen
3.2.3. een merk geeft zekerheid over luxe van hotel
3.2.3.1. prettig voor gasten uit het buitenland
3.3. centrehotels
3.3.1. voordeel:
3.3.1.1. altijd veel bezoekers
3.3.1.2. aantrekkingskracht van bepaalde steden
3.3.1.3. aangeven midden in centrum
3.3.1.3.1. Down Town
3.4. suburbanhotels
3.4.1. aan de rand van de stad
3.4.2. zakenwijken
3.4.3. industrie gebieden
3.4.4. randwegen
3.4.5. moeilijk om gasten aan te trekken
3.4.5.1. goede contacten met reisorganisaties
3.4.5.1.1. door middel van management contract
3.5. conference-resorthotels
3.5.1. hotel in landelijke of bosrijke omgeving
3.5.2. extra facaliteiten
3.5.3. groot deel van het jaar leeg
4. UITGAANSGELEGENHEDEN
4.1. DISCOTHEEK
4.1.1. hoge afschrijvingskosten
4.1.1.1. trendgevoelig
4.1.2. personeelskosten
4.1.3. dj's en bands betalen
4.2. ZALEN- EN PARTYCENTRUM
4.2.1. harmonie
4.2.2. bruiloften
4.2.3. partijen
4.2.4. familiefeesten
4.2.5. bedrijfsuitjes
4.2.6. happenings
4.2.7. feestjes met bepaalde thema's
4.2.8. doelgroep anders benaderen dan bij een café
4.2.8.1. door middel van offertes en folders
4.2.8.2. mensen die worden uitgenodigd die komen
5. SPIJZENVERSTREKKENDE BEDRIJVEN
5.1. CAFETARIA
5.2. FAST FOOD
5.2.1. opvalwaarde is groot
5.2.2. Producten herkenbaar en zelfde kwaliteit
5.2.3. snelle bediening
6. TRENDS
6.1. Buitenshuis ontbijten
6.2. groentenshakes
6.3. publiek te entertainen en activeren
6.4. bedrijven zijn trendgevoelig
7. CATERING
7.1. industriële catering
7.1.1. graag overlaten aan gespecialiseerde ondernemingen
7.1.1.1. foodcontractors
7.1.1.1.1. volgende taken voor zijn rekening:
7.1.1.1.2. personeelsvoorziening inc. managment
7.1.1.1.3. assortiment en menusamenstelling
7.1.1.1.4. inkoop en inrichting restaurant
7.1.1.1.5. rijden van de maaltijden
7.1.1.1.6. verzorgen van de verkoop
7.1.1.1.7. budgettering en administratie
7.1.1.1.8. opleiding van personeel
7.2. institutionele catering
7.2.1. catering in :
7.2.2. ziekenhuizen
7.2.3. bejaardhuizen
7.2.4. serviceflats
7.3. transportcatering
7.3.1. catering in:
7.3.2. passagiers en bemanningsleden van vliegvelden, bussen en treinen
7.4. party- en evenementencatering
7.4.1. catering in:
7.4.2. kleine / grote groepen
7.4.2.1. snacks/ maaltijden/ dranken
7.4.3. uitgebreid pakket van producten en dienstverlening
7.4.3.1. van het leveren van het idee tot en met de verzorging van de totale organisatie
7.5. horecacatering
7.5.1. vooral bij sportaccommodaties