1.1. beoordeling bron: Er staat geen datum van publicatie bij deze bron, dus er is niet duidelijk of deze recent is of niet. De blog is geschreven door de mede-oprichter van een marketing- en communicatiebureau. Dit bureau werkt met marketingpsychologen, dus hun bevindingen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke kennis van deze psychologen. Dat maakt de bron betrouwbaar.
1.2. informatiewaarde: Men weet niet hoe reclame precies ongemerkt werkt, dit komt door de 'afleider' en deze houdt in dat er een element in de reclame is die alle aandacht opeist waardoor de kijker de reclameclaims ongemerkt allemaal onthoud. Zodra de consument in de winkel is, pakt deze onbewust een product die in de reclame zichzelf bijvoorbeeld 'de beste' noemt.
1.3. bronvermelding: Van Bommel, T. Humor reclame werkt zonder dat we het doorhebben. Geraadpleegd op 22 november 2017, van: Hoe reclame werkt zonder dat we het doorhebben
2. Bron 2: Succesfactoren van reclame.
2.1. beoordeling bron: Er staat geen datum van publicatie bij deze bron, dus ook hier is er niet duidelijk of deze recent is of niet. Ook is onduidelijk door wie de blog is geschreven, de site is van Sjors van Leeuwen. Hij is managementadviseur op het snijvlak van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Hij is gespecialiseerd ophet gebied van ons onderwerp wat de bron betrouwbaar maakt.
2.2. informatiewaarde: Op deze website worden de 10 succesfactoren van een effectieve reclame genoemd, op het gebied van: originaliteit, kwaliteit, duidelijkheid, overtuigingskracht, de 'want-to-see-againfactor', relevantie, verschil met concurrentie, consistentie met eerdere campagnes, geloofwaardigheid en de activerende werking. Hoe verleidt je de klant met neuromarketing? Hoe meet je de emotionele impact van reclames?
2.3. bronvermelding: Indora. Top 10 succesfactoren van effectieve reclame. Geraadpleegd op 22 november 2017, van: www.indora.nl/top-10-succesfactoren-van-effectieve-reclame/
3. Bron 6: Werking van humor in een reclame.
3.1. Beoordeling bron:Er staat geen datum van publicatie bij deze bron, dus er is niet duidelijk of deze recent is of niet. De blog is geschreven door de mede-oprichter van een marketing- en communicatiebureau. Dit bureau werkt met marketingpsychologen, dus hun bevindingen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke kennis van deze psychologen. Dat maakt de bron betrouwbaar. Dit stuk is gebaseerd op 250 wetenschappelijke bronnen naar humor in reclame.
3.2. Informatiewaarde:Humor in een reclame heeft twee kanten. Niemand wil van een ‘clown’ kopen, maar humor trekt ook aandacht. Wanneer kan er humor gebruikt worden en wanneer niet? In dit stuk staan de voordelen van humor, maar ook de nadelen. Soms kaapt de grap namelijk alle aandacht en vergeten de consumenten spontaan het product waar het om draait. Ook de ‘succesformule’ voor humor in reclame wordt besproken.
3.3. bronvermelding: Van Bommel, T. Humor in reclame. Werkt dat? Geraadpleegd op 22 november 2017, van: Humor in Reclame. Werkt dat?
4. Bron 5: Manipuleren van Neuromarketing.
4.1. beoordeling bron: De bron is gepubliceerd in 2015, dus deze is redelijk recent. Er wordt gesproken over het onderzoeksbureau van De Munnik en een hoogleraar van de UVA, ‘Neurensics’ genoemd. Dit bureau onderzocht 2 jaar lang welke hersengebieden aanslaan bij het doen van aankopen. Verder wordt er niet veel dieper ingegaan op dit onderzoek, maar de uitkomst staat wel in de bron.
4.2. informatiewaarde: Dagelijkse beslissingen nemen mensen in hun onderbewustzijn. Gedrag is in hoge mate voorspelbaar en beïnvloedbaar. Uit het onderzoek van De Munnik en de hoogleraar blijkt dat mensen twaalf emoties hebben die gerelateerd zijn aan gedragsintenties. Goede reclames scoren het best op de volgende emoties: vertrouwen, waarde en begeerte. Mensen willen zich kunnen identificeren, dus er moet altijd een mens in de reclame te zien zijn.
4.3. bronvermelding: Eigenraam, A (2012, 5 juni). Leer manipuleren met neuromarketing. Geraadpleegd op 22 november 2017, van Leer manipuleren met neuromarketing - MT.nl
5. Bron 3: Lengte van de reclame.
5.1. beoordeling bron: de bron komt uit 2009, dus het onderzoek wat erin staat is niet meer recent. Wel kunnen we met ons onderzoek kijken of het nog steeds zo is dat reclames met een tag-on (ookal zijn ze kort) nog steeds effectiever zijn dan de reclames zonder een tag-on (tag-on = een aandachttrekker in de reclame).
5.2. informatiewaarde: Uit een onderzoek van STER blijkt dat commercials veel te lang zijn en dat reclamemakers beter een tag-on kunnen inzetten. Een tag-on houdt in dat er in een commercial nóg een keer de aandacht van de consument getrokken wordt. Dat schijnt een hoger effect op te leveren voor lagere reclamekosten. Na het onderzoek bleek dat er een hoge groei op de doelstelling koopintentie is bij 50% van de reclames die een tag-on inzetten. De korte commercials doen het net zo goed als de lange commercials.
5.3. bronvermelding: Mediaonderzoek.nl (2009, 9 maart). Te veel TV-reclame? Geraadpleegd op 22 november 2017, van: Te veel TV-reclame? - Mediaonderzoek.nl
6. Bron 4: Werking en werking van spiegelneuronen.
6.1. beoordeling bron: De bron komt uit 2010, maar is wel wetenschappelijk onderbouwd dus het maakt niet zoveel uit dat deze bron niet heel recent is.
6.2. informatiewaarde: Spiegelneuronen verklaren waarom mensen de emoties van andere mensen kunnen voelen, en hun gedrag kunnen begrijpen. Deze spiegelneuronen zijn erg belangrijk voor reclamemakers, omdat de activering hiervan kan leiden tot imitatiegedrag. Consumenten imiteren van alles, dit verloopt automatisch en onbewust. Dit wordt onderbouwd met een onderzoek naar imitatiegedrag.
6.3. bronvermelding: Marketingonline.nl (2010, 12 januari). Spiegelneuronen zijn belangrijke hersencellen voor reclamemakers. Geraadpleegd op 22 november 2017, van Spiegelneuronen zijn belangrijke hersencellen voor reclamemakers