1. WIE?
1.1. Schoolkinderen
1.2. Jongeren
1.2.1. - meer jongens
1.2.2. - minder meisjes
1.3. Volwassenen
2. SOORTEN GAMES:
2.1. Geweld games
2.1.1. Call of Duty
2.1.2. Hitman
2.1.3. Black Ops
2.1.4. Far Cry 3
2.2. Online games
2.2.1. Puzzels
2.2.2. Black Ops
2.2.3. Fifa
2.2.4. ...
2.3. Technische games
2.3.1. Minecraft
2.3.2. Angry Birds
2.4. Commerciële games
2.4.1. Minecraft
2.4.2. Angry Birds
2.5. Serious games
2.5.1. De Vlajo challenge
3. EFFECTEN
3.1. Positief
3.1.1. Betere schoolresultaten
3.1.1.1. Wiskunde
3.1.1.2. Natuurwetenschappen
3.1.1.3. Lezen
3.1.2. Cognitief uitdagend
3.1.2.1. Oog-handcoördinatie
3.1.2.2. Probleemoplossend vermogen
3.1.3. Gecoördineerd samenwerken
3.1.4. Vereenvoudiging leerstof
3.1.4.1. Lagere school
3.2. Negatief
3.2.1. Verslaving
3.2.2. Slechte schoolresultaten
3.2.3. Verkeerde houding
3.2.3.1. Gamebochel
3.2.4. Onvoldoende beweging
4. GAMES EN GEWELD
4.1. Arousal effect
4.1.1. Na gewelddadige game
4.1.1.1. opgenaaid gevoel
4.2. Gewelddadige omgeving
4.2.1. voorliefde geweldgames
4.3. Geweld in dagelijks leven
4.3.1. Delinquente vrienden
4.3.2. ouderlijke invloed/feedback
4.4. Hoe realistsich
4.4.1. Meerderheid
4.4.1.1. gamewereld irreëels
4.4.1.2. geen invloed in dagelijks leven
4.4.2. Minderheid
4.4.2.1. Gamewereld realistisch
4.4.2.2. invloed in dagelijks leven
5. REDEN
5.1. Sociale mediagebruik
5.2. Nabootsing volwassenen
5.3. vernieuwde communicatietechnologie
5.3.1. veel verleiding