Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Nederlands by Mind Map: Nederlands

1. werkwoordelijk gezegde (WG)

1.1. de PV + alle andere ww uit de zin

1.2. stukjes van scheidbare werkwoorden

2. naamwoordelijk gezegde (NG)

2.1. bestaat uit ww. deel en nw. deel

2.2. ww. deel

2.2.1. koppelww.

2.2.1.1. zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen

2.3. nw. deel

2.3.1. O. en bevat een znw. of een bnw

3. onderwerp (O)

3.1. wie/wat + gezegde

4. meewerkend voorwerp (MWV)

4.1. Aan wie + gezegde+ onderwerp + ( lijdend voorwerp)

4.2. extra controle: aan weglaten of ervoor zetten

5. persoonsvorm (PV)

5.1. andere tijd zetten

5.2. vraagzin maken

6. zinsdelen (ZD)

6.1. alle woorden die je maximaal voor de PV kunt zetten

7. lijdend voorwerp (LV)

7.1. wie/wat + gezegde + onderwerp

8. bijwoordelijke bepaling (BWB)

8.1. geeft informatie over tijd, plaats, manier.

8.2. antwoord op de vragen: waar, wanneer, hoe, waarom, hoe, waarom, waarmee, waardoor