1. Hartvergroting(sporthart): toename van de dikte van het hartspierweefsel.
1.1. Oorzaak: voortdurende zware belasting vooral bij 'duursporters' ( o.a roeiers en wielrenners)
1.2. Gevolg: het hart kan per hartslag meer bloed wegpompen, waardoor de sporter betere prestaties kan leveren. Het hartritme in rust is lager dan normaal.
2. Afwijkingen in de bloeddruk
2.1. Mensen met een lage bloeddruk hebben vaak last van hoofdpijn en duizelingen
2.2. Te hoge bloeddruk vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.
3. aderverkalking: vernouwing van bloedvaten.
3.1. Oorzaak: door een hoog cholesterolgehalte van het bloed wordt cholesterol(vaak ook kalk) afgezet tegen de binnenwand van de bloedvaten.
3.2. Gevolg: een mogelijk overbelasting van het hart.
4. Beroerte: een deel van de hersenen krijgt geen zuurstof en voedingstoffen meer.
4.1. Oorzaak: een bloedvat naar de hersenen is verstopt geraakt. ook kan een bloedvat in de hersenen kapot zijn gegaan.
4.2. Gevolg: een deel van de hersenen sterft af. Dit kan dodelijk zijn of de patiënt kan invalide worden.
5. Hartritmestoornissen: langdurige verstoring van het normale hartritme, vaak doordat er storingen optreden bij het ontstaan van impulsen in het hart.
5.1. Oorzaak: o.a. aanhoudende stress.
5.2. Gevolg: een verminderde hartwerking en soms een hartstilstand.
6. Hartinfarct: ( hartaanval) een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof en voedingstoffen meer.
6.1. Oorzaak: een kransslagader of een aftakking ervan is verstopt geraakt door bijvoorbeeld aderverkalking.
6.2. Gevolg: een deel van de hartspier sterft af. Dit kan dodelijk zijn.