Ik als godsdienstleerkracht

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Ik als godsdienstleerkracht by Mind Map: Ik als godsdienstleerkracht

1. levensbeschouwing (kleine l)

1.1. Persoonlijke levensbeschouwing

1.1.1. Eigen kijk op het leven

1.1.1.1. Optimist

1.1.1.1.1. Persoonlijk: Mensen zeggen van mij altijd dat ik een optimist ben. Ik vind dit zelf ook maar niet altijd. Dat hoeft ook niet want als alles altijd goed gaat is er niets aan. Daarom moet je jezelf af een toe ook eens toe laten om wat minder optimist te zijn. Iedereen heeft wel een een "offday". Als leerkracht vind ik het wel beter om steeds goed aan de dag te beginnen. zo zal je klas ook positiever denken en met plezier naar school komen. Elke dag een nieuwe kans.

1.1.1.2. Pessimist

1.1.2. Ieder zijn eigen betekenis

1.1.3. Jouw verhaal

1.1.3.1. Eigen vragen

1.1.3.2. Eigen problemen

1.1.3.3. Eigen oplossingen

1.1.4. Kan altijd veranderen en is nooit klaar

2. Levensbeschouwing (grote L)

2.1. Godsdienst

2.1.1. Christendom

2.1.2. Jodendom

2.1.3. Boeddhisme

2.1.4. ...

2.2. Mensheid

2.3. Religie

3. Levensvragen

3.1. Vragen waar we het antwoord nooit op zullen weten

3.1.1. Bv: 'Komen mensen terug in een ander gedaante als ze dood zijn?'

3.1.1.1. Eigen betekenis

3.1.1.1.1. Nooit zeker

3.1.1.1.2. Eigen geloof

3.1.1.2. Voorstellen in beelden

4. Hart

4.1. Eigen keuze

4.2. Luisteren naar je eigen gevoelens

4.3. Elke dag met mensen

4.3.1. Persoonlijk: Ik werk graag samen met mensen. Als je dan hulp nodig hebt staan ze altijd voor je klaar net zoals ik dat ook voor hen zou doen. Het is altijd leuker om te kunnen samen werken vind ik zelf. als het bij de een al eens wat minder gaat dan kan de ander die persoon toch een hart onder de riem steken, en er voor zorgen dat ze er weer tegenaan kunnen.

4.4. Relatie opbouwen met kinderen

4.4.1. Persoonlijk: Ik werk heel graag met kinderen. Ik heb al 2 jaar stage gelopen in het secundair, en ik vond het geweldig om de kinderen iets te kunnen bijleren. Veel heb ik ze niet kunnen leren maar het was wel heel leuk. Je krijgt ook veel terug van de kinderen als je er iets leuks mee doet. Dan zie je dat ze zich amuseren en achteraf hoor je dan dat ze het super vonden en ze iets hebben bijgeleerd. Ook vind ik het fantastisch om met mijn neefjes of met de kinderen van de KLJ iets te doen.

5. Ziel

5.1. Wie jij bent!

5.1.1. Je echtheid

5.1.2. Je persoonlijkheid

5.1.3. Je identiteit

5.2. Spirit = inspriratie

5.2.1. Liedjes

5.2.2. Verhalen

5.2.3. Iemand uit je omgeving

5.2.3.1. Familie

5.2.3.2. Vrienden

5.2.3.3. De juffen en meesters die ik vroeger had

5.2.3.3.1. Persoonlijk: als je de spirit niet hebt om je helemaal te geven als je de kinderen iets gaat bijleren, dan zal het voor de kinderen minder interessant zijn om op te letten. Ze zullen sneller afdwalen en het minder makkelijk kunnen onthouden. Ik vind dat als je aan kinderen les geeft, je dit met overtuiging moet doen en niet tegen je zin.

5.3. Bezielde leraar

5.3.1. Laat zien wie hij/zij echt is aan de leerlingen