1. vertelperspectief
1.1. belevende ik-verteller
2. tijd
2.1. bepaalde tijd
2.1.1. tweede helft van de twintigste eeuw
2.1.2. winter
2.2. flashback
2.2.1. Parijs (Vera bedrogen)
2.2.2. Rome (drie jaar voor de oorlog, samen pizza eten)
2.2.3. oorlog
2.2.4. kinderen
3. ruimte
3.1. geografisch
3.1.1. Gloucester, aan de kust boven Boston
3.1.2. Nederland
3.2. symbolisch
3.2.1. toilet
3.2.1.1. veilige ruimte
3.2.2. bovenverdieping
3.2.2.1. hoe het vroeger was
3.2.3. zetel
3.2.3.1. houvast
3.3. woonzorgcentrum
4. literaire motieven
4.1. aftakelingsmotief
4.1.1. Maarten zijn geheugen wordt steeds slechter
4.2. natuurmotief
4.2.1. veel aandacht voor de natuur
4.2.2. even geen sneeuw en Maarten denkt dat het lente wordt
5. plot
5.1. innerlijke geleding
5.1.1. Maarten zijn geheugen wordt steeds slechter
5.1.2. titel: dat wat er nog overblijft in zijn hoofd
5.1.3. in medias res
5.1.4. open einde
5.1.5. trechter: van omgeving, naar huis, naar bed, naar geest
5.2. uiterlijke geledeing
5.2.1. 176 pagina's
5.2.2. doorlopende tekst
5.2.3. negen hoofdstukken zonder titel
6. personages
6.1. protagonist
6.1.1. Maarten Klein
6.1.1.1. verlegen, punctueel
6.1.1.2. bejaarde, dementerende man
6.1.1.3. bij IMCO gewerkt
6.1.1.4. veel herinneringen over de Tweede Wereldoorlog
6.1.1.5. voornaam komt van god Mars: "ik strijd"
6.1.1.6. achternaam Klein: terug naar de herinneringen van een kind (?)
6.1.1.7. bijna 50 jaar getrouwd met Vera
6.1.1.8. kijkt elke ochtend naar de kinderen van Eastern Point
6.1.1.9. 'afwezig verdwaald'
6.2. antagonist
6.2.1. Vera
6.2.1.1. mager en kleine tanden
6.2.1.2. echtgenote van Maarten
6.2.1.3. neemt zorg van haar man op zich
6.2.1.4. actief
6.2.1.5. naam komt uit het Russisch: "geloof, vertrouwen"
6.2.2. Phil Taylor
6.2.2.1. thuisverpleegster die inwoont bij Maarten en Vera
6.2.2.2. wordt vaak aanzien als (vriendin van) de dochter van Maarten
6.3. nevenpersonages
6.3.1. Tom van de vuurtoren
6.3.1.1. vuurtorenwachter
6.3.1.2. redt verdwaalde Maarten uit de duinen
6.3.2. Kitty en Fred
6.3.2.1. kinderen van Maarten en Vera
6.3.2.2. "Ik heb ze opgevoed, nu zijn ze weg"
6.3.3. William
6.3.3.1. klusjesman
6.3.3.2. zet vele fouten van Maarten recht
6.3.4. Robert
6.3.4.1. trouwe hond van Maarten en Vera
6.3.4.2. Maarten vergeet weet wie hij is
6.3.4.3. vaak wandelen, maar gaat steeds slechter
6.3.5. Karl Simic
6.3.5.1. lang, smal
6.3.5.2. oud-collega van Maarten
6.3.5.3. welbespraak, maar had 'kind noch kraai'
6.3.5.4. zelfmoord gepleegd
6.3.6. Greet
6.3.6.1. pianolerares van Maarten als kind
6.3.6.2. opwindend voor Maarten
6.3.7. Dokter Eardly
6.3.7.1. huisdokter
6.3.7.2. wordt aanzien als Duitser
6.3.8. Ellen Robinson
6.3.8.1. vriendin en uitlaatklep van Vera
7. symboliek
7.1. semantisch woordveld
7.1.1. kleuren
7.1.1.1. wijnrode jack
7.1.1.2. okergele sneeuwruimer
7.1.1.3. kobaltblauwe jas
7.1.2. scheepsvaart
7.1.2.1. kiel
7.1.2.2. zeil
7.1.2.3. dobberen
7.2. lente
7.2.1. nieuw leven
7.3. sneeuw
7.3.1. leegte