woordsoorten
by Mees van Hemert
1. hoewel, omdat, zodat
2. telwoord
2.1. onbepaald rangtelwoord
2.2. bepaald rangtelwoord
2.3. onbepaald hoofdtelwoord
2.4. bepaald hoofdtelwoord
3. zelfstandig naamwoord
3.1. mens, dier of ding
4. lidwoord
4.1. de, het, een
5. bijvoegelijk naamwoord
5.1. grote, kleine, grappige
6. voornaamwoorden
6.1. aanwijzend voornaamwoord
6.1.1. deze, die, dit en dat
6.2. betrekkelijk voornaamwoord
6.2.1. dat, welk(e), die
6.3. bezittelijk voornaamwoord
6.3.1. mijn, jouw
6.4. onbepaald voornaamwoord
6.4.1. elk, ieder
6.5. persoonlijk voornaamwoord
6.5.1. jij, u
6.6. vragend voornaamwoord
6.6.1. welke, waarom (?)
6.7. wederkerig voornaamwoord
6.7.1. elkander, elkaar
7. voegwoord
8. nevenschikkend voegwoord
9. en, maar
10. voorzetsel
10.1. op, naast
11. bijwoord
11.1. erg, veel
12. onderschikkend voegwoord
13. werkwoord
13.1. koppelwerkwoord
13.1.1. zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
13.2. hulpwerkwoord
13.2.1. de persoonsvorm
13.3. zelfstandig werkwoord
13.3.1. voltooid deelwoord