huishouden en wonen

1. huishouden

1.1. poetsen

1.1.1. dweilen

1.1.2. stofzuigen

1.1.3. stofvegen

1.1.4. wc schoonhouden

1.1.5. beddengoed verschonen

1.1.6. badk of douche na gebruik droogmaken

1.2. koken

1.2.1. boodschappen doen

1.2.2. aanrecht schoonhouden

1.2.3. afwassen

1.3. was doen

1.3.1. wit en kleur

1.3.2. wasmiddel

1.4. ramen ventileren

2. wonen

2.1. keuken

2.1.1. borden

2.1.1.1. diepen borden, platte borden

2.1.2. kommen

2.1.2.1. soepkommen

2.1.3. bestek

2.1.3.1. lepels, messen, vorken, theelepeltjes

2.1.4. pannenset

2.1.4.1. koekenpan grote soeppan, kleine soeppan en steelpan

2.1.5. bekers

2.1.5.1. maatbekers, mokken, glazen

2.1.6. overig

2.1.6.1. Kaasschaaf Kurkentrekker Dunschiller Waterkoker Koffiezetter

2.1.6.2. Snijplank Blikopener Slaschaal Ovenschaal Tupperware bakjes

2.1.6.3. Theedoeken Afdruiprek Keukenschaar Vergiet Rasp

2.2. schoonmaakspullen

2.2.1. Sponsjes Vaatdoekjes Afwasborstel Vuilnisbak Stoffer&blik Bezem Mop Emmer Wasrek

2.3. Badkamer

2.3.1. Handdoeken WC-borstel Wasmand Badmat