Ik als godsdienstleeraar

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Ik als godsdienstleeraar by Mind Map: Ik als godsdienstleeraar

1. Als een leerkracht iemand is, ergens voor staat en iemand is die zijn unieke identiteit aan de leerlingen zichtbaar maakt is een bezielde leerkracht.

1.1. Om te weten hoe je bezieling eruit ziet moet je twee dingen weten namelijk: Hoe kijk je tegen het leven? En wat inspireert jou?

1.1.1. Definitie levensbeschouwing: Je levensbeschouwing is jou hoogstpersoonlijke kijk op het leven. Iedereen ontwikkelt een persoonlijke levensbeschouwing door wat hij meemaakt en hoe hij daar betekenis aan geeft. In de manier waarop je betekenis geeft onderscheid je wat jou inspireert en wat je de moeite waard vindt.

1.1.1.1. Je leert niet alleen over de kinderen maar je gaat ook leren over jezelf.

1.2. Ik kijk persoonlijk heel positief op het leven. Ik ben blij dat ik in België woon en de kans krijg om me helemaal te ontplooien. Het is goed dat ik kan doen wat ik graag wil doen en het is super om je dromen achterna te jagen.

2. Levensbeschouwing en Geestelijke Stromingen

2.1. Leerkracht met hart en ziel.

2.1.1. Als leerkracht staat je hart niet alleen open voor je werk en je leerlingen maar ook vanuit je eigen inspiratie een bezielende leerkracht kunt zijn.

2.1.1.1. Ervaring: Ik heb veel leerkrachten gehad in het middelbaar maar een leerkracht van geschiedenis is echt blijven hangen. Hij toonde zijn inspiratie en het was zalig om mes te krijgen van hem.

2.2. Leerkracht vanuit je hart.

2.2.1. Als je rijk wil worden of een makkelijk beroep wou hebben dan had je niet voor leerkracht moeten kiezen. Je hart spreekt je aan en zegt dat je met kinderen wil werken, variatie wil hebben in je werk en vooral je gevoel spreekt als je deze studiekeuze maakt.

2.2.1.1. Zo wil ik vanuit heel mijn hart leerkracht worden, het is een droom job voor mij. Ik wil de kinderen helpen, ik wil ze iets aanleren. Het voelt nuttig als ik deze job zou doen en ik zou elke dag met een glimlach naar het werk vertrekken en zoals ik het bekijk zie ik het zelfs niet als 'werk'. Het voelt goed aan dat ik dit studeer.

2.3. Leerkracht vanuit je ziel.

2.3.1. Je ziel staat voor de kern van wie je bent. Het houdt in wat jij precies bent en wat jou maakt. Als we een definitie op 'ziel' zouden plakken dan zou dit het antwoord zijn: je ziel is je identiteit; is wie jij ten diepste bent. Je ziel is de plek waar jouw authenticiteit (eigenheid) huist.

2.3.1.1. Een voorbeeld van je ziel uitdrukken kan bijvoorbeeld zijn: Als een pianist een stuk helemaal (technisch) correct kan spelen dan gaat het niemand 'prikkelen'. Maar als de pianist een stukje van zijn/haar ziel hierin stopt dan komt er gevoel bij kijken en dit is een heel verschil. Zo kan de pianist luisteraars inspireren.

2.3.1.1.1. In het Engels is ziel 'spirit' dit is afgeleid uit spiritus (samen met inspiratie). Dit betekend adem in het Latijn, je ziel is dus je levensbron, je kracht en energie.

2.3.1.2. Ik wil leerkracht worden, het maakt deel uit van mijn ziel. Het moet een stukje van mij worden, van wie ik ben.

2.4. Een bezielde leerkracht heeft een 'levensbeschouwing'.

2.5. Wat is een levensbeschouwing? --> persoonlijke levensbeschouwing als een verhaal.

2.5.1. Je ontwikkelt een eigen kijk op het leven bij levensbeschouwelijk leren. Zo vorm je doorheen je leven een referentiekader (dit werkt als een bril hoe je naar het leven kijkt). Dus zo zou je je persoonlijke levensbeschouwing kunnen zien als een verhaal hoe jij tegen het leven aankijkt.

2.5.1.1. Je verteld niet alles van je dag, je selecteert wat je belangrijk vond en dit hoort ook bij je levensbeschouwing want jij weegt af wat je wil vertellen wat niet. Je maakt je dag zelf betekenisvol. Je verteld dus ook meestal je hoogtepunten van de dag.

2.5.1.1.1. Definitie van een levensbeschouwelijke ontwikkeling: levensbeschouwelijke ontwikkeling is het proces van steeds opnieuw betekenis gaan geven aan de wereld om je heen. Deze ontwikkeling gaat je leven lang door, en je levensbeschouwing is dus nooit 'af'.

2.5.1.2. Als ik thuis kom van school bv. vertel ik niet alles, ik vertel wat mijn dag zo speciaal maakte (meestal in positieve zin). Het is leuk om deze ervaringen met mijn gezin te delen.

2.6. Persoonlijke levensbeschouwing en levensvragen.

2.6.1. Het verhaal bij je leven zou je ook kunnen bekijken als een verzameling antwoorden. Antwoorden die voor iedereen uniek en anders zijn. Maar in sommige situaties komen deze vragen harder op zoals belangrijke veranderingen in je leven of lastige keuzes. Voorbeelden van deze vragen kunne zijn: Wat gebeurt er als ik sterf? Wat is echte vriendschap?

2.6.1.1. In sommige culturen komen deze vragen harder terug zo vragen ze zich bijvoorbeeld af waar het leven vandaan komt?

2.6.1.1.1. Levensvragen hebben een universeel karakter: mensen hebben deze vragen altijd al gesteld en dit overal ter wereld.

2.6.1.1.2. Levensvragen zijn vragen waarop geen eenduidig antwoord antwoord bestaat: Iedereen vormt een persoonlijk antwoord op deze vragen. Dit antwoord kan veranderen in de loop van je leven, het staat dus niet vast.

2.6.1.2. Zo denk ik bv. aan Portugal. Toen we daar op vakantie waren en een begraafplaats bezochten, zagen we iets speciaal. Sommige mensen werden begraven boven de grond. Dat is iets wat ik in België niet zomaar zie gebeuren. Het geeft een beeld (ook als is het niet zo ver weg) van hoe sommige landen/culturen omgaan met de dood en waar ze in geloven.

2.7. Levensvragen en verhalen.

2.7.1. Mensen vragen zich wel eens af of er niet meer bestaat dan alleen hemel en hel en of er misschien nog een extra zintuig is dat we niet kennen? Om deze vragen in te vullen gaan mensen hun verbeelding gebruiken om de onzekerheid tegen te gaan. Dit geeft een houvast voor de mensen.

2.8. levensvragen, verhalen en levensbeschouwingen.

2.8.1. Mensen vertellen aan elkaar wat ze belangrijk vinden in het leven en dit kan soms antwoorden geven op levensvragen. (in de werkelijkheid is dit een complex proces).

2.8.1.1. Levensbeschouwing en levensbeschouwelijke stromingen (definitie): Dit is de samenhang van zowel verhalen, bronnen, ideeën, tradities en rituelen. samen vormen deze de antwoorden op vele levensvragen van mensen.

2.9. Geestelijke stromingen is meer dan kennisoverdracht.

2.9.1. Het is verplicht om les te geven over geestelijke stromingen je zou dit kunnen zien als de wereldgodsdiensten maar omdat boeddhisme en humanisme geen echte godsdienst is spreken we van 'levensbeschouwelijke godsdiensten'.

2.9.1.1. Als leerlingen genoeg weten over geestelijke stromingen dan gaan ze vanzelf ook meer respect hebben voor de levensbeschouwelijke overtuigingen en gewoontes.

2.9.1.1.1. De kennis van geestelijke stromingen wordt volgens Pabo benaderd in drie perspectieven: namelijk bronnen, praktijken en ideeën

2.10. Kennismaking met geestelijke stromingen zijn niet neutraal.

2.10.1. Het is belangrijk om de geestelijke stromingen neutraal te benaderen. Je leert dus de feiten van dit vak. De info moet aansluiten bij de leefwereld en leervragen van de kinderen.

2.11. Levensbeschouwing in samenleving en onderwijs is in beweging.

2.11.1. We hebben een onderwijssysteem waarbij er openbare en bijzondere scholen zijn. 70 procent hiervan is bijzonder op een levensbeschouwelijke grondslag.

2.11.1.1. De samenleving verandert snel rondom de godsdienst, waarden, normen,...

2.11.1.2. Een voorbeeld hiervan is bv. met Christus Koning op de Chiro. Ik ben leider van een groep en met deze dag komen er minder kinderen gewoon omdat ze eerst een ochtend naar de kerk moeten gaan. Dit zou vroeger nooit het geval zijn. Vroeger was de kerk veel meer 'hip' dan ze deze dagen nog is.

2.12. Levensbeschouwelijk leren is meer dan lesgeven.

2.12.1. Er zijn veel meer aandachtspunten gekomen bij de leerstof van de lagere school, deze leerstof is uitgebreid. Dit geldt voor de wiskundige, taalkundige, zaakkundige vakken maar dus ook voorde vormende vakken.

2.13. Levensbeschouwelijk leren en geestelijke stromingen als basis van burgerschapsvorming.

2.13.1. Burgerschapsvorming: Leerlingen leren actief deel te nemen aan de democratische samenleving en op een respectvolle, kritische, open manier om te gaan met alle culturele en religieuze verschillen die ze daarin tegenkomen.

2.14. Een leerkracht heeft eigen levensbeschouwelijke bagage nodig.

2.14.1. Het omvat meer de alleen neutraal kennis overbrengen om leerkracht te zijn. Als leerkracht doet jouw kennis, je mening, je ervaringen er wel deglijk toe.

3. Visie 1: Kennisoverdracht over levensbeschouwingen.

3.1. Het doel van deze kennisoverdracht is om de leerlingen iets meer te laten weten over de levensbeschouwingen in de wereld. Deze kennis heb je nodig om te kunnen functioneren in de wereld.

3.1.1. Godsdienst komt ook vaak kijken bij anderen vakken zo denk ik bv. aan geschiedenis.