1. wetten rondom financiering
1.1. ZVW
1.1.1. Zorgverzekeringswet
1.1.2. bestaat sinds 2006 en vervangt de oude ziekte fondswet
1.1.3. regelt de verplichte basis verzekering voor verzekerde
1.1.4. de zorgverzekeraar is verantwoordelijk
1.2. WMO
1.2.1. Wetmaatschappelijke ondersteuning
1.2.2. komt vanuit de gemeente
1.2.3. zorgt ervoor dat mensen zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen
1.2.4. maandelijkse eigenbijdrage van 19 euro
1.2.5. denk hierbij aan begeleiding, dagbesteding, pgb, ondersteuning mantelzorg, beschermde woonomgeving en opvang huiselijkgeweld.
1.3. WMG
1.3.1. Wet marktordening gezondheidszorg
1.3.2. houdt toezicht op het zorgstelsel
1.3.3. zorgt voor geen concurrentie tussen zorgverzekeraars
1.4. WLZ
1.4.1. Wet langdurige zorg
1.4.2. is bestemd voor mensen die intensieve langdurige zorg nodig hebben
1.4.3. bijvoorbeeld: beperkte, dementen of als het gaat om een verblijf voor een instelling
2. wetgeving werk en inkomen
2.1. WWZ
2.1.1. Wet werk en zekerheid
2.1.2. doelt er op om de flexwerkers rechtspositie te versterken en ontslag recht te hervormen
2.1.3. regelt enkele wijzigingen in de WW
2.2. WW
2.2.1. Werkeloosheidswet
2.2.2. een werknemersverzekering
2.2.3. je krijgt de WW wanneer je voldoende arbeidsverleden heb en beschikbaar ben voor arbeid
2.3. WIA
2.3.1. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
2.3.2. in 2005 opgetreden opvolger van WAO
2.4. WAJONG
2.4.1. wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapte
2.4.2. Door ziekte of handicap kan je nooit meer werken
2.5. participatie wet
2.5.1. wanneer je op de arbeidsmarkt ondersteuning nodig heb
2.5.2. zorgt dat mensen met een arbeidsbeperking aan werken
3. jeugdzorg wet
3.1. gebruik maken van eigenkracht jongeren ouderen en sociale netwerk
3.2. mindersnel medicatie voorschrijven
3.3. eerder hulp aanbieden aan kwetsbare jongeren
3.4. samenhangende hulp aanbieden voor gezin
3.5. meer ruimte voor jeugd professionals
4. financieringsbegrippen
4.1. CIZ
4.1.1. zoekt op of je in aanmerking komt voor de WLZ
4.2. ZORG in Natura
4.2.1. wanneer de zorg voor je geregeld word en je zelf geen administratie hoeft bij te houden
4.3. DBC
4.3.1. diagnose behandelcombinatie
4.4. Aanvullende verzekering
4.4.1. verzekering voor zorg die niet in de basis verzekering zit
4.5. Eigen risico
4.5.1. een drempel bedrag dat verzekerde betalen wanneer ze ziektekosten maken
4.6. pgb
4.6.1. persoons gebonden budget
4.6.2. een bedrag waarmee je zelf de zorg kunt regelen
5. wetten rondom kwaliteit
5.1. wkkgz
5.1.1. wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
5.1.2. veilig incidenten kunnen melden
5.1.3. cliënt krijgt sterkere positie
5.1.4. betere en snellere aanpak van klachten
5.2. Wet BIG
5.2.1. Beschermd patiënten tegen ondeskundige en onzorgvuldig handelen
5.2.2. zorgt dat de kwalitieit in de gezondheidszorg hoog blijft.
5.2.3. Je hebt een wettelijke beschermende opleiding
5.2.4. moet registreren in BIG-register
6. wetten rondom rechten cliënt
6.1. WGBO
6.1.1. de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst
6.1.2. regelt de relatie tussen patiënt en hulpverlener
6.1.3. Hieronder valt ook recht op privacy (AVG)
6.1.4. recht op informatie voor hulpverlener, recht op medische inzage
6.1.5. toestemming voor medische behandeling
6.2. Wvggz
6.2.1. wet verplichte ggz
6.2.2. regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg
6.2.3. bij psychische zorg
6.3. WCZ
7. wet en regelgeving
8. basis begrippen gezondheidszorg en welzijn
9. inspectie voor gezondheidszorg en jeugd
9.1. IGJ
9.2. waken op de goede gezondheidszorg en jeugd
9.3. internationale markt voor geneesmiddelen en hulpmiddelen
9.4. toezicht op veilige en kwaliteit zorg
10. RIVM
10.1. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu
10.2. gezondheid en veilige leef omgeving
10.3. op basis van wetenschappelijke onderzoeken
10.4. infectie en ziekte bestrijding
10.5. preventie en screeningsprogramma's
10.6. COVID-19
10.7. stikstof
10.8. eikenproccesie rups
11. patiëntenorganisatie
11.1. is een vereniging of organisatie
11.2. groep voor mensen met bepaalde ziekte of aandoening
11.3. voor mensen met bepaalde hulpmiddelen of behandelingen
11.4. belangenorganisatie
11.5. behartigd de belangen
11.6. geven voorlichtingen of informatie
12. brancheorganisaties
12.1. organisaties die een hele branche vertegenwoordig
12.2. verschillende organisaties die samenwerken
12.3. branche in eigenkracht zetten
12.4. behartige van belangen
12.5. bijvoorbeeld gehandicapte zorg
12.6. bijvoorbeeld kinderdag opvang
13. begrippen organisatie gezondheidzorg en welzijn
14. Lijnszorg
14.1. eerste lijnszorg
14.1.1. zijn breed opgeleide generalisten
14.1.2. kortdurende ondersteuning
14.1.2.1. huisarts
14.1.2.2. tandarts
14.1.2.3. fysiotherapeut
14.1.2.4. verloskundige
14.1.2.5. paramedici
14.1.2.6. (wijk) verpleegkundige
14.1.2.7. kraamzorg
14.2. nulde lijnzorg
14.2.1. preventie zorg
14.2.2. versterken eigen kracht van de burger
14.2.3. rol uit de gemeente
14.2.4. GGD/consultatie bureau
14.3. tweede lijnzorg
14.3.1. gespecialiseerde zorg
14.3.2. ziekenhuis
14.3.3. ortodontist
14.3.4. verpleeghuis
14.3.5. behandelcentra
14.3.6. klinieken
14.4. derde lijnzorg
14.4.1. topklinische zorg
14.4.2. alle artsen in academische ziekenhuizen
14.5. vierde lijnzorg
14.5.1. komt amper voor, dit is de topzorg met de modernste apparatuur
15. Cure en care
15.1. cure
15.1.1. staat voor genezen
15.2. care
15.2.1. staat voor verzorgen
16. preventie zorg
16.1. primaire preventie
16.1.1. zorgt ervoor dat een ziekte zich niet ontwikkelt
16.2. secundaire preventie
16.2.1. is opsporing van een ziekte voordat de ziekte verschijnselen openbaren
16.3. tertiare preventie
16.3.1. is het verminderen van de negatieve gevolgen van een ziekte
17. intra,- extra- en semimurale zorg
17.1. intramurale zorg
17.1.1. letterlijk zorg binnen de muren
17.1.2. zorg die 24 uur geboden word binnen een zorg instelling
17.2. extramurale zorg
17.2.1. zorg die verleend word buiten het ziekenhuis of een zorg instelling
17.2.2. bijvoorbeeld zorg van een huisarts of thuiszorg
17.3. semimurale zorg
17.3.1. is een tussenvoorziening
17.3.2. de mensen die hier gebruik van maken wonen niet zelfstandig maar hoeven niet opgenomen te worden.
18. professionele zorg en informele zorg
18.1. professionele zorg
18.1.1. zorg die deskundigheid vraagt
18.1.2. iemand moet een opleiding hebben gevolgd
18.1.3. wordt tegen betaling geleverd
18.1.4. word uitgevoerd op basis van protocollenen richtlijnen
18.2. informele zorg
18.2.1. zorg die geleverd word door mantelzorgers en vrijwilligers werk
19. complementaire en alternatieve zorg
19.1. complementaire zorg
19.1.1. zorg die aanvullend is je krijgt dit naast de reguliere zorg die je al krijgt voor je aandoening
19.2. alternatieve zorg
19.2.1. alternatieve geneeswijze is een behandel of onderzoeksmethode waar geen wetenschappelijk bewijs van is
19.2.2. homeopaat bijvoorbeeld
20. specialistische en doelgroep specifieke zorg
20.1. doelgroep specifieke zorg
20.1.1. zorg die speciaal voor een doelgroep is bedoeld
20.1.2. kinderen, ouderen, gehandicapten etc.
20.2. specialistische zorg
20.2.1. valt onder 3de lijnszorg
20.2.2. is geneekundige zorg die alleen medischespecialistenkunnen bieden
20.2.3. bijv. internist of gynaecoloog