zinsleer

mindmap met de onderdelen van de zin voor het hoger onderwijs

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
zinsleer by Mind Map: zinsleer

1. gezegde

1.1. NWG

1.1.1. pv + NWD/PN

1.1.2. pv + NWD/PN + (te/aan het) + infinitief/-ven

1.1.3. pv + NWD/PN + voltooid deelwoord

1.1.4. pv + NWD/PN + voltooid deelwoord + infinitief/-ven

1.2. WWG

1.2.1. pv

1.2.2. pv + (te/aan het) + infinitief/-ven

1.2.3. pv + voltooid deelwoord

1.2.4. pv + voltooid deelwoord + infinitief/-ven

1.2.5. pv + ADPV

1.2.6. pv + wederkerend voornaamwoord

1.2.7. pv + werkwoordelijke uitdrukking

2. voorwerpen

2.1. direct object/lijdend voorwerp

2.1.1. echt lijdend voorwerp

2.1.2. loos lijdend voorwerp

2.1.3. herhaald lijdend voorwerp

2.1.4. voorlopig lijdend voorwerp

2.2. indirect object

2.2.1. meewerkend voorwerp

2.2.2. belanghebbend voorwerp

2.2.3. possessieve datief

2.2.4. ethische datief

2.2.5. ondervindend voorwerp

2.3. voorzetselvoorwerp

2.3.1. voorlopig voorzetselvoorwerp

2.3.2. herhaald voorzetselvoorwerp

2.4. overige voorwerpen

2.4.1. plaats/richtingsobject

2.4.2. maatobject

2.4.3. oorzakelijk voorwerp

2.4.4. handelend voorwerp

3. bepalingen

3.1. bepaling van gesteldheid

3.2. bijwoordelijke bepaling

3.2.1. tijd

3.2.2. plaats

3.2.3. wijze

3.2.4. voorwaarde/veronderstelling

3.2.5. modaliteit/ontkenning

3.2.6. middel

3.2.7. richting

3.2.8. oorzaak

3.2.9. reden

3.2.10. doel

3.2.11. gevolg

3.2.12. toegeving

3.2.13. vergelijking

3.2.14. beperking

3.2.15. hoeveelheid

3.2.16. graad/maat

4. onderwerp

4.1. echt onderwerp

4.2. plaatsonderwerp

4.3. loos onderwerp

4.4. voorlopig onderwerp

4.5. herhaald onderwerp

5. overige

5.1. aangesproken persoon

5.2. tussenzin

5.3. vraagwoord