Stages

Samenvatting van het boek Onderwijsassistent school en didactiek PW. Hoofdstuk 6.5

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Stages by Mind Map: Stages

1. MBO

1.1. Beroepspraktijkvorming (BPV)

1.2. De begeleiding is tweeledig

1.2.1. Praktijkbegeleider op school

1.2.2. Praktijkopleider op stage

2. Inhoud stage

2.1. Een deel van de opleiding wat buiten de school bij een leerbedrijf plaatsvind.

2.1.1. Een student oefent daar beroepsvaardigheden in de praktijk

3. VO

3.1. Oriënterende stages

3.1.1. Beroepsstages

3.1.1.1. Stageplaats: Erkend leerbedrijf

3.1.1.2. Doel: Beroepsvaardigheden oefenen/leren

3.1.1.3. Duur: minimaal een aantal weken

3.1.1.4. Leeftijd: Tussen de 14 en 22 jaar

3.1.2. Snuffelstages

3.1.2.1. Stageplaats: Bedrijf of maatschappelijke organisatie

3.1.2.2. Doel: Korte kijk nemen in een werksector

3.1.2.3. Duur: maximaal een aantal dagen

3.1.2.4. Leeftijd: Brugklas

3.1.3. Maatschappelijke stages (MaS)

3.1.3.1. Stageplaats: Maatschappelijke organisatie

3.1.3.2. Doel: kennismaken met vrijwilligerswerk

3.1.3.3. Duur: Tussen de 10 en 25 uur per schooljaar

3.1.3.4. Leeftijd: Tussen de 13 en 17 jaar

3.1.4. Wat is MaS?

3.1.4.1. Jongeren in het VO doen vrijwilligerswerk als onderdeel van hun schoolcarrière

3.1.4.1.1. Zo leren de jongeren hun directe omgeving en verschillende doelgroepen kennen.

3.1.4.1.2. Ze leveren een actieve bijdrage aan de samenleving

3.1.4.1.3. De jongeren ervaren hoe het is om verantwoordelijkheid te nemen in een organisatie.

3.1.4.1.4. De stages vinden plaats bij bijv. een: vrijwilligersorganisatie, vereniging, instelling of maatschappelijke organisatie

4. Tips voor begeleiders, voor als je de organisatie bezoekt.

4.1. 1. Weet wat de stage inhoudt en welke activiteiten de student doet.

4.2. 2. Zorg ervoor dat je weet bij wat voor een organisatie je op bezoek gaat

4.3. 3. Weet welke afspraken de student en de organisatie hebben gemaakt

4.4. 4. Vraag bij het bezoek, hoe het met de student en de begeleider gaat

4.5. 5. Wees duidelijk in wat je verwacht van de student

4.6. 6. Wees duidelijk in wat de organisatie mag verwachten van de student