LEF

1. voorbeeld 3: voorzitten sg vergadering

2. wat?

2.1. onbekend

2.2. moed,risico

2.3. trots

2.4. hartslag, spanning, eng

2.5. dapper

2.6. doorzettingsvermogen/ wilskracht

2.7. confrontatie met jezelf en anderen

2.8. autentiek

2.9. durf

2.10. eng

3. waarom?

3.1. leert je over jezelf

3.2. boven jezelf en groep uitstijgen

3.3. iets in gang zetten

3.4. trots zijn op jezelf

3.5. van betekenis zijn

3.6. dwingt je out of the box te denken

3.7. ontwikkeling

4. waarmee?

4.1. kennis

4.2. actie

4.3. mening uiten

5. hoe?

5.1. verbaal/ non verbaal

5.2. tegen argumenten aanvoeren

5.3. buiten geijkte paden

5.4. origineel/ eigen

5.5. DOEN!

5.6. niet te veel denken!

5.7. risico durven nemen

5.8. alleen of samen

6. wanneer?

6.1. voorbeeld 1 :duikplank kind

6.2. voorbeeld 2: soll naar huidige functie

7. HBDI profiel

7.1. HBDI: overwegend: rood, groen, geel, blauw

7.2. inituitief, prater, dominant emotioneel ( minder in ratio)

8. waarvoor?

8.1. innovatie

8.2. ontwikkeling

8.3. eigenwaarde

8.4. reputatie

8.5. onderscheidend

9. CODE Programma

9.1. CoDe deelnemers

9.2. CoDe SG