Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Contractmanagement by Mind Map: Contractmanagement

1. Personen en rechtspersonen

1.1. Een natuurlijk persoon is een persoon die zelf rechten en plichten, bezittingen en schulden heeft. Hij is aansprakelijk voor zijn eigen gedrag.

1.2. Rechtspersonen zijn verenigingen, stichtingen, naamloze vennootschappen en Besloten vennootschappen

2. Publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen

2.1. Privaatrechtelijke rechtspersonen

2.1.1. Besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen

2.2. Publiekrechtelijke rechtspersonen

2.2.1. Ministeries, provinties, gemeentes, waterschappen etc.

3. Soorten contracten

3.1. Service Level Agreement (SLA)

3.1.1. Een overeenkomst tussen een dienstverlener en een klant waarin de vereiste diensten en het verwachte niveau van dienstverlening zijn vastgelegd

3.2. Underpinning contract (UC)

3.2.1. Een contract tussen de dienstverlener en een externe leverancier. De externe leverancier levert producten of diensten die aan de klant geleverd kan worden

3.3. Operational Level Agreement (OLA)

3.3.1. Een contract tussen de dienstverlener en interne klanten om te voldoen aan SLA's. Bijvoorbeeld: reactietijd voor incidenten, beschikbaarheid van applicaties en ondersteuning voor applicaties

4. Key Performance Indicatoren (K)PI

4.1. Criteria die bepalen of het gestelde doel is behaald, dit kan op iedere laag bepaald worden: Contract, SLA en Service niveau

4.1.1. Alles leidt naar hetzelfde doel: Als KPI op Service niveau behaald is, draagt dat bij aan de SLA en voldoet men aan een deel van de overeenkomst

5. Kritische succes factoren (K)SF

5.1. Het uiteindelijke doel waar je KPI's voor gebruikt om er aan te kunnen voldoen, het maakt de KPI's meetbaar en inzichtelijk

5.1.1. KSF: Organisatie wil betrouwbaarheid uitstralen

5.1.2. KPI: Op tijd zijn, afspraken (in SLA) nakomen, enz.

6. Contract / overeenkomst

6.1. Een schriftelijke of mondelinge afspraak waarbij je prestatie moet leveren of gelevert moet krijgen

6.2. Je bent pas akkoord met een contract of overeenkomst wanneer je 'Ja', 'Ok!' of een handtekening hebt gegeven

6.3. Zelfservice bij winkels, tankstations enz. zijn een voorbeeld van stilzwijgende overeenkomsten

6.4. Bij een contract en overeenkomst is de wil en wilsverklaring van belang.

6.4.1. wil is de gedachte ‘ik wil iets kopen’

6.4.2. wilsverklaring is de uitgesproken zin: “Kan ik dit van jou kopen voor 10 euro?”

6.5. Een contract kan worden opgesteld voor: te leveren werk, producten of diensten. waarbij de condities hiervoor zijn aangegeven

6.6. Wat staat er in een contract?

6.6.1. LINK

7. Wie handelt namens een rechtspersoon?

7.1. De bestuurders van de rechtspersoon mag verplichtingen aangaan

7.2. De bestuurders kunnen dan bevoegdheden delegeren naar medewerkers in een bepaalde functie

7.2.1. Meestal bepaald hij hierbij ook gelijk het maximaal bedrag waarvoor een medewerker een verplichting mag aangaan (tekenbevoegdheid)

7.2.2. Privaatrechterlijke rechtspersonen moeten deze informatie bij de Kamer van Koophandel registreren