Technisch lezen

1. Didactiek

1.1. Leesplezier en leesmotivatie

1.2. Herhaald lezen

1.3. Voor-koor-zelf lezen

1.4. Lezen - oefenen - lezen

1.5. Oefenen met woorden, zinnen en tekst

2. Groene tekst: Kwaliteitskaart meetlat voortgezet technisch lezen.

3. Vloeiend lezen

3.1. Woordidentificatie

3.2. Vloeiend lezen

3.2.1. Wat is van belang?

3.2.1.1. - letten op leestekens - groepering van woorden binnen zinnen - lezen van lange zinnen, ook zinnen die over de regel doorlopen - attentiewoorden en –zinsdelen omzetten in intonatie - lezen met een natuurlijke zinsmelodie, de spreektaal benaderend - lezen in het goede tempo, het spreektaaltempo

3.3. Betekenis verlenen

4. Roze tekst: Kwaliteitskaart vloeiend lezen

5. Effectief leesonderwijs

5.1. Nauwkeurig en vlot leren technisch lezen

5.2. Zelf begrijpen wat kinderen lezen

5.3. Gemotiveerd zijn om te lezen

6. Zaken die van invloed zijn op leren lezen

6.1. Spraak- / taalontwikkeling

6.2. Fonemisch bewustzijn

6.3. Kennis van letters

6.4. Systematische aandacht klank-letterkoppeling

7. Rode tekst: Elk kind een lezer

8. Instructie geven

8.1. o De leerkracht geeft aan wat het doel en de inhoud van de les is. o De leerkracht deelt de stof op in kleine stapjes. o De leerkracht doet voor en denkt hardop. o De leerkracht gebruikt concrete voorbeelden bij de instructie. o De leerkracht besteedt aandacht aan de context. o De leerkracht zorgt voor interactie tijdens de instructie. o De leerkracht zorgt voor afwisseling tijdens de instructie.

9. Begeleiden van inoefening

9.1. De leerkracht hanteert consequent de fasering: voordoen, samendoen, alleen doen (voor–koor–zelf lezen). o De leerkracht zorgt ervoor dat de oefenopdracht gelijk is aan de inhoud van de instructie o De leerkracht geeft niet alleen aan wat de leerlingen gaan oefenen, maar ook hoe het moet. o De leerkracht zorgt voor succeservaringen. o De leerkracht controleert of de leerlingen de leesmoeilijkheid beheersen. o De leerkracht gaat door met oefenen tot de meeste leerlingen de leesmoeilijkheid onder de knie hebben. o De leerkracht begeleidt de zwakke lezers extra, zodat zij ook de leesmoeilijkheid beheersen.

10. Feedback geven op het lezen door leerlingen

10.1. Direct right

10.2. Zoveel mogelijk positieve feedback

10.3. Feedback op vooruitgang

10.4. Feedback op leesbeleving

11. Blauwe tekst: Kwaliteitskaart differentiatie op leesontwikkeling. Vaardigheden van de leerkracht.