Sneeuw
by Laura-Anne Cornelis
1. Uitzicht
1.1. kleur
1.1.1. wit
1.1.1.1. licht
1.1.1.1.1. buiging
1.1.1.1.2. breking
1.1.1.1.3. weerkaatsing
2. Ontstaan
2.1. 1. water verdampt
2.2. 2. vormt wolken
2.3. 3. waterdruppeltjes bevriezen
2.4. 4. botsen + klonteren samen
2.5. 5. vallen naar beneden, nemen stofdeeltjes mee
2.6. smelt tot water
3. Nadelen
3.1. vervoer
3.1.1. verkeersproblemen
3.1.2. vertragingen
3.2. overlast
3.2.1. gladheid
3.2.2. verkeersproblemen
3.2.3. stroomuitval
3.2.4. strooizout
3.2.4.1. Duur
3.2.4.2. Tast de wegen aan
3.2.5. vermindering van het zicht
4. Voordelen
4.1. recreatie
4.1.1. Sleeën
4.1.2. Spelen
4.2. wintersport
4.2.1. skiën
4.2.2. schaatsen
4.2.3. snowboarden
4.2.4. langlaüfen
5. Structuur
5.1. ijskristallen
5.1.1. naalden
5.1.2. platen
5.1.3. zeshoekige kolommen
5.1.4. hagel