Visie minister van onderwijs centrale beleidswaarden

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Visie minister van onderwijs centrale beleidswaarden by Mind Map: Visie minister van onderwijs  centrale beleidswaarden

1. Co-creëren

1.1. Onderwijs(beleid) is teamwerk

1.2. werpt alleen maar vruchten af wanneer alle betrokken partners er voluit hun schouders mee onder zetten

1.3. Dialoog en overleg zijn basisvoorwaarden

1.4. Globale akkoorden : belangrijke beleidsthema’s waarbij elke betrokkene zich vanuit zijn expertise, bevoegdheden en mogelijkheden engageert om er uitvoering aan te geven.

2. Grenzen verleggen

2.1. Om te leren, te groeien en te ontwikkelen is een uitdagende leercontext nodig die ervoor zorgt dat ieder zijn grenzen leert kennen én ze leert verleggen.

2.2. Onderwijs op topniveau blijft de ambitie

2.3. Vlaanderen kent, in vergelijking met andere landen, meer schoolse vertraging.

2.3.1. Het is daarbij van fundamenteel belang dat scholen ondersteuning krijgen voor het ontwikkelen van een holebivriendelijke omgeving

2.3.2. De minister wil dat het onderwijs alle leerlingen maximaal uitdaagt. Het moet hen ondersteunen en stimuleren om hun talenten zoveel mogelijk te ontwikkelen.

3. Vertrouwen en ruimte geven

3.1. meer (adem)ruimte geven zodat gekwalificeerden de kerntaken waarvoor zij zich verantwoordelijk voelen, ten volle kunnen opnemen.

3.1.1. Ruimte --> geven door alle mogelijke vormen van planlast, irriterende regeldruk en juridisering die leraren beperken in hun opdracht, in te perken.

3.1.2. Directies geven we vertrouwen om de scholen te laten uitgroeien tot professionele organisaties.

3.2. Het beleid : vertrouwen in al deze mensen vooropstellen en belichamen en hun ook kansen geven.

3.3. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van ons onderwijs ligt bij de school en de leraren

4. Verantwoordelijkheid nemen

4.1. Een overheid die zich concentreert op het ‘wat’ geeft haar werkveld de verantwoordelijkheid rond het ‘hoe’

4.1.1. Zo is én blijft de school zelf de eerste verantwoordelijke voor haar onderwijskwaliteit en interne kwaliteitszorg

4.2. De minisiter : wil directies en schoolteams meer ruimte geven om hun beleidsvoerend vermogen te versterken.

4.2.1. laat toe om als directie en schoolteam autonoom een eigen intern kwaliteitszorgsysteem op te bouwen

4.2.1.1. systeem vormt het startpunt van de externe kwaliteitscontrole door de onderwijsinspectie. Hiermee verlichten we de bestaande regeldruk

4.3. ontwikkelen van beleidsindicatoren op macroniveau

4.3.1. laat toe het effect van onderwijsbeleid op langere termijn te monitoren.

4.4. Informatie over gerealiseerde onderwijsuitkomsten op systeemniveau

4.4.1. laten scholen toe hun resultaten te vergelijken met andere scholen

5. Ondersteunen en stimuleren

5.1. Onderwijsinstellingen moeten hun opdracht realiseren in een steeds complexere en meer uitdagende context.

5.1.1. Krachtiger inzetten op ondersteuning is dan ook noodzakelijk.

5.1.1.1. opdracht voor de onderwijskoepels en het GO!, de pedagogische begeleidingsdiensten en alle andere vertegenwoordigende en middenveldorganisaties die het onderwijs rijk is.

5.2. overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen in de ondersteuning, motivering en stimulering

5.2.1. zodat we samen onderwijs van topkwaliteit realiseren. Die rol is complementair en situeert zich op die domeinen en taken die de draagkracht van de ondersteunende onderwijspartners overstijgt