Surinamers.

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Surinamers. by Mind Map: Surinamers.

1. Gezondheid

1.1. Kennis

1.2. Overgewicht

1.2.1. Diabetes

1.2.2. 2e generatie 31% overgewicht

1.2.3. 1e generatie 63% overgewicht

1.2.3.1. Informatie afkomstig van (SCP) Minderheden meer gewicht

1.3. Sporten in algemeen minder dan autochtonen

2. SES

2.1. Surinamers die meer contact hebben met autochtonen hebben minder last van overgewicht

2.2. Werklozen minder last van overgewicht met uitzondering van huisvrouwen/mannen en WAO/arbeidsongeschikt.

2.3. Jongeren minder overgewicht

2.3.1. Weinig scholieren en studenten hebben overgewicht

2.3.2. Overgewicht vooral bij huisvrouwen

3. Traditioneel

3.1. Koken veel en vaak

3.2. Uit de interviews is gebleken dat ze geregeld traditionele gerechten koken

3.2.1. Bij het bereiden van deze gerechten wordt er nog op traditionele wijze smaak gegeven aan het gerecht

3.2.1.1. Zout, veel zout en/of smaakversterkers

3.2.1.1.1. Tweede generatie gebruikt minder zout of een alternatief voor zout

3.2.1.2. Veel ui, peper en knoflook

4. Eigen effectiviteit

4.1. Cultuur wordt gezien als de vaste richtlijn op het gebied van voeding

4.1.1. Eerste generatie is standvastig in dit principe en accepteert kleine veranderingen, maar geen grote veranderingen of verboden

4.1.2. Tweede generatie is zich bewust van de risico en is bereid zich te verdiepen in het onderwerp en hun eetgedrag aan te passen.

5. Normen en waarden

5.1. Openheid

5.2. Eerlijkheid

5.3. Gastvrijheid

5.4. Delen en uit delen

6. Feesten, en feestdagen

6.1. Bevrijding

6.2. Onafhankelijkheid van Suriname

6.2.1. De wijze waarop deze dagen gevierd worden verschilt per Surinamer.

6.2.1.1. Sommige Surinamers hechten veel waarde aan traditionele gerechten.

6.2.1.2. Andere Surinamers vieren dit met niet traditionele gerechten.

6.2.1.3. Beide groepen hebben gemeen dat het beide gevierd wordt door middel van veel eten.

6.3. Keti Koti

6.3.1. Festival in Amsterdam

7. Cultuur

7.1. Generaties doorgegeven

7.1.1. Moeders koken heel de dag door

7.1.2. Gezamenlijk eten

7.1.3. Moeders zitten bij hun kinderen tijdens het eten

7.2. Een overvloed aan eten zodat anderen altijd aan kunnen schuiven

7.2.1. Eten staat gelijk aan gezelligheid

8. Voeding

8.1. Onregelmatig eetpatroon

8.1.1. In overmate koken

8.1.2. Veel grote porties

8.2. Gezonde voeding

8.2.1. Een hoge consumptie van vis, deegwaren, rijst en andere granen. groente, zuivelproducten, vetten en koek en gebak en alcoholische dranken worden weinig geconsumeerd.

8.2.2. De groenteconsumptie is laag ten opzichte van de aanbeveling van tweehonderd gram per dag.

8.2.2.1. Groenten vaak bitter

8.3. Het hoofdbestanddeel van Surinaamse gerechten bestaat uit rijst of roti.

8.3.1. Bruine bonen met rijst

8.3.2. Veel nasi

9. Kennis/ en risicoperceptie

9.1. Diabetis

9.1.1. De kennis over deze ziekte is bekend

9.1.2. De tweede generatie is al actief bezig met het aanpassen van het voedingspatroon om het risico te verkleinen

9.1.3. Eerste generatie kent het risico maar hecht meer waarde aan hun eigen cultuur en tradities die daarbij horen

10. Voorlichtingswijze

10.1. In één van de interviews is aangegeven dat er lezingen worden gegeven vanuit een geloofsovertuiging "7 dagen adventisten".

10.1.1. Deze lezingen worden door veel Surinamers bezocht en is voor iedere leeftijd toegankelijk.

10.1.2. De lezing is ook erg populair onder bezoekers die veel interesse tonen voor het onderwerp voeding.

10.1.3. De voorlichting wordt gegeven door Universitaire docenten, of afgestudeerden.

10.1.3.1. Zij brengen de informatie heel gedreven en nuchter, zij kunnen goed communiceren op het niveau van de doelgroep omdat zij zelf onderdeel zijn van deze groep.

10.2. Informatie

10.2.1. De doelgroep is zich bewust van de risico's

10.2.1.1. Er wordt aangegeven dat er meer behoefte is aan informatie, ook over andere onderwerpen die te maken hebben met voeding.

11. Eetsfeer

11.1. Open sfeer

11.1.1. Iedereen kan aanschuiven

11.1.2. Moment van samen komst

11.1.3. Gezelligheid staat centraal

12. Tijd

12.1. Wanneer is tijd belangrijk?

12.1.1. Bij een eetmoment, is aanwezigheid belangrijker dan tijd

12.1.2. Bij afspraken voor werk en school speelt tijd wel een grote rol

12.1.3. Er wordt flexibel omgegaan met tijd, zijn niet tijdgebonden in gesteld