De gouden weken

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
De gouden weken by Mind Map: De gouden weken

1. Ingrediënten gouden weken:

1.1. zelfgeformuleerde postitieve groepsregels

1.1.1. 1 groepsverantwoordelijkheid

1.1.1.1. bereidheid van kinderen om zich voor de groep in te zetten

1.1.2. 2 wederzijds respect

1.1.2.1. zichzelf mogen zijn

1.1.3. 3 samenwerken

1.1.3.1. bereid om samen te werken, individueel iets inleveren voor de groep

1.1.4. 4 besluitvorming

1.1.4.1. besluiten samen nemen

1.1.5. 5 probleem aanpakken

1.1.5.1. ruzies, botsingen uitpraten

1.2. energizers, met doel en bespreken

1.2.1. functie hebben, creëren van respect en acceptatie, koppelen aan het leerdoel

1.2.1.1. vb programma: week 1: 2 energizers per dag. week 2: 1 energizers per dag week 3: 2 energizers en 1 coöperatieve werkvorm per dag. Week 4: zelf invullen.

1.3. coöperatieve leervormen

1.3.1. leren van interactie met elkaar, initiatief nemen, helpen samen problemen op te lossen

1.4. voorbeeldgedrag leerkracht

1.4.1. wees een rolmodel, inconsequent gedrag leert kinderen dat regels ondermijnen loont

2. Orde verstorend gedrag

2.1. combinatie van straffen ongewenst gedrag en belonen gewenst gedrag meest effectief. Niets negeren!

2.1.1. Aanspreken in de ik boodschap

2.1.2. Als leerkracht standaard zetten en controle houden.

2.1.3. verantwoordelijkheid aan lln geven

3. pedagogisch klimaat

3.1. continu proces, structurele aanpak

3.1.1. hiërarchische structuur; Maslov

3.1.1.1. maximale ontplooiing talent; wat wil je

3.1.1.2. waarderen en respect; geven en ontvangen van de groep

3.1.1.3. sociale waardering en acceptatie; niet bang zijn voor reactie groep en vriendschappen opbouwen

3.1.1.4. veiligheid en orde; orde overzicht en duidelijk lesprogramma

3.1.1.5. fysieke voorwaarden; eten, kleding en dak

3.2. inrichting klas

3.2.1. niet te druk, niet te klinisch.

3.2.2. groepsregels zichtbaar

3.2.3. werkstukken, prestaties van de groep ordelijk in zicht

3.3. Mentale instelling leerkracht, effectief leerkracht gedrag heeft alles te maken met verwachtingen van de leerkracht

3.3.1. scannen van de klas, wees aanwezig, behandel ongewenst gedrag

3.3.1.1. zien, reageren, verbaal of non verbaal

3.3.2. gedrag kind zien als gegeven feit

3.3.2.1. verwachting in een growth midset, intelligentie als maakbaar en ontwikkelbaar

3.3.3. zelf situatie creëren waardoor in de stormingfase kinderen tot regels komen

3.3.4. ervaring en bewustwording van positieve normen bevorderen

3.3.5. groepsvorming; stel groepen gericht samen, goede mix en wissel regelmatig

4. Doel: fase reforming +normering goed laten verlopen. Kiezen voor positief leiderschap, ruimte en begrip voor elkaar en verantwoordelijkheidsbesef.

5. Groepsontwikkelingsmodel

5.1. fase 1 Forming/oriënteren

5.1.1. acceptatie, conflict mijden, focus op zichzelf, inschatten zichzelf t.o.v.de ander

5.1.1.1. LK: laten zien dat je er bent, oogcontact, openstellen, energizers, coöperatieve werkvormen

5.2. fase 2 Storming/presenteren

5.2.1. opener naar elkaar, begrip en geduld, open voor verschillen, beweging in rangorde in de groep

5.2.1.1. LK: groepsregels formuleren, zichtbaar aanspreken, voorbeeldgedrag, veiligheid creëren, energizers

5.3. fase 3 Normering

5.3.1. kiezen van een doel, leiders, positieve, negatieve of wisselende normen, meningen dichter bij elkaar

5.3.1.1. LK: lln welbevinden gehele groep, ieders mening waarderen, belang van de groep

5.4. fase 4 Performing

5.4.1. omgang met elkaar en de groep n.a.v. de gemaakte regels, gezamenlijk doel, positief of negatief gekozen voor omgangsvormen

5.4.1.1. LK: leven volgens regels, rangorde oplaaien, energizers behouden, bewaken groepsproces en veiligheid

5.5. fase 5 Reforming/evalueren

5.5.1. evaluatiefase, goede afronding

5.5.1.1. afronding uitje o.i.d.

6. betrokkenen

6.1. ouder, kind en leerkracht

6.1.1. bestaansloyaliteit sterker (kind-ouder) dan loyaliteit (kind-leerkracht)

6.1.2. communicatie: toekomstgerichte aanpak

6.1.2.1. samenwerking, ideeën, oplossingen in korte ouder gesprekken, positieve, warme benadering/houding

6.1.2.1.1. Kind/ouder centraal

6.1.2.1.2. voldoende ruimte voor ideeën van ouders, niet afschieten maar bijschaven en inpassen naar eigeninzicht

6.1.2.1.3. vervolggesprek plannen

6.1.2.1.4. technieken

6.1.2.2. oudergesprekken, echtheid, respect, luisteren

6.1.2.2.1. 7% verbaal, 38 % vocaal, 55 visueel

6.1.2.2.2. inlevingsvermogen, LSD: luisteren, samenvatten, doorvragen. (parafrase)

6.1.2.2.3. Actief luisteren; oogcontact, accepterende houding, open belangstellende vragen, , doorvragen, onderliggende gevoelens teruggeven, ordenen en samenvatten, volgend op de ander

6.2. Type leerling

6.2.1. Meiden, vaker volgzaam en bereidwilliger

6.2.2. jongens, testosterontaal, grenzen zoeken, gebruik dit om te spiegel met de persoon en in de groep, bij verbetering van gedrag ook spiegelen wat daarvan het effect is op zichzelf en de groep

7. Positiviteitsratio

7.1. 1 negatieve opmerking: 3 positieve opmerking bij goede relatie en fysiek welzijn

7.2. 1 negatieve opmerking staat tot minimaal 5 positieve opmerkingen in mindere relatie of fysiek welzijn

7.3. procescomplimenten; goede inspanning, effectieve strategie, ontwikkelbaar

7.3.1. geef complimenten op doen, zeer specifiek

7.3.2. geef geen complimenten die onwaarachtig zijn of concurrentie in de hand weken

7.4. eigenschapscomplimenten, vastliggende kwaliteit