1. In en out the box
1.1. Denkpatroon in vraag stellen.
1.1.1. The box
1.1.1.1. Linken en ervaringen
1.1.1.1.1. -Handig -Zekerheid -Vertrouwd - Weinig energie
1.1.2. Out the box
1.1.2.1. -Doorbreekt ééntonigheid. -Nieuwe wereldkijk. -Nieuwe mogelijkheden.
2. Kunst en cultuur en wetenschap en techniek
2.1. Niet alleen kunstzinnig domein.
2.1.1. Dagelijkse problemen -> Samen creativiteit laten groeien.
3. Denken en handelen
3.1. Waarnemen
3.2. Denken
3.2.1. -Nieuwe associatie -Tegenstellingen -Aanpassingen
3.3. Doen
3.3.1. Ideeën -> resultaat!
4. Kind en klas
4.1. 6 factoren In verbinding
4.1.1. -Intelligentie -Kennis -Denkstijl -Persoonlijkheid -Motivatie - Omgeving (creativiteit accepteert en koestert)
4.2. Ruimte en aanmoediging originaliteit
4.3. Kinderen krijgen verantwoordelijkheid
5. Zijn en worden: Iedereen creatief
5.1. Creatieve houding kan je leren.
5.1.1. -Vragen -Alternatieven -Risico's -Niet onm. oordelen
6. Problemen en uitdagingen
6.1. Creatief denken= nieuwe oplossing bedenken -Geen groot probleem nodig. -Nodig om wereld te kunnen volgen.
7. Prikkels en verbanden
7.1. Mens geprogrammeerd om nieuwe prikkels op te merken en aandacht te geven. -Alert voor prikkels, benutten en verbanden leggen. -Vraagt creativiteit.
8. Associëren en schaven
8.1. Verbinden
8.2. Schaven
8.2.1. Substitueren: vervangen
8.2.2. Combineren
8.2.3. Herschikken en herhalen
8.2.4. Aanpassen
8.2.5. Vergroten
8.2.6. Elimineren
8.2.7. Nieuw gebruik