1. Methodisch handelen
1.1. Doelgericht
1.2. Systematisch
1.3. Planmatig
1.4. Bewust handelen
2. Evidence based
2.1. Maatschappij staat centraal
2.2. Wetenschappelijk onderbouwd
2.3. Theoretisch verantwoord
2.4. Moet effectief zijn
2.4.1. Effectiviteit moet bewezen zijn
3. Methode
3.1. Omschreven en doelgerichte werkwijze om een bepaalde situatie of vraagstuk op te lossen.
3.1.1. Specifieke en welomschreven doelen
3.1.2. Ontworpen voor een doelgroep
3.1.3. Specifiek en beperkt in bereik
3.1.4. Gestandaardiseerd en overdraagbaar
3.1.5. Niet voor eenmalig gebruik en niet persoonsgebonden
3.1.6. Het is handelingsgericht, hulpverlener weet wat te doen.
3.1.7. Wetenschappelijk verantwoord kader
3.1.8. Wetenschappelijk bewezen
4. Value based
4.1. Werker en instelling staan centraal
4.2. Oriëntatie op waarden
5. Client based
5.1. Cliënt staat centraal
5.2. Cliënt doet mee
5.2.1. Vragen wat de cliënt wil en hoe dit gebeurt
5.2.2. 'Wij weten wat goed is voor u'
5.3. Cliënt gezien als subject i.p.v. object
6. Methodiek
6.1. Een gezamenlijk te dragen, flexibel geheel van sturende praktijktheoretische inzichten en ethische en normatieve stellingnames over een omschreven gebied van hulpverlening.
6.1.1. Op een verantwoorde en consistente manier een werkwijze kiezen
6.1.2. Geef aan hoe hulp verleend moet worden
6.1.3. Aanwijzingen voor de ondersteuning
6.1.4. Open en dynamisch
6.1.5. overdraagbaar en niet persoonsgebonden.
6.2. Basiselementen
6.2.1. Maakt verantwoord kiezen mogelijk
6.2.2. Steunt op praktijktheoretische, wetenschappelijke inzichten
6.2.3. Steunt op ethische en normatieve stellingnames
6.2.4. Ontwikkelt zich in een uitwisseling tussen theorie en praktijk