Groepsvorming

1. Variatie onderlinge relaties

1.1. Taakverdeling

1.1.1. Sociale staat

1.1.1.1. taken

1.1.2. Kudde

1.1.2.1. geen taakverdeling + bescherming

1.2. Duur

1.2.1. Tijdelijk

1.2.2. Blijvend

1.3. Grootte

1.3.1. Kleine (<10)

1.3.2. Middelgrote (<100)

1.3.3. Grote groep (>100)

2. Wedijver/Competitie

2.1. wedijver voor voedsel

2.2. wedijver voor partner

2.3. grotere kans overdracht van ziekten/parasieten

2.4. competitie wegens sociale status

3. Coöperatie

3.1. In stand houden individu

3.1.1. waakzaamheid

3.1.2. voedsel verzamelen

3.1.3. overwinnen obstakels

3.1.4. bescherming

3.2. In stand houden soort

3.2.1. het vinden van partners

3.2.2. broedzorg

3.2.3. paren