Gezondheid 2.0 -samenvatting-

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Gezondheid 2.0 -samenvatting- by Mind Map: Gezondheid 2.0 -samenvatting-

1. internetontwikkelingen

1.1. algemeen gangbare definitie

1.1.1. web 1.0

1.1.1.1. statische informatie

1.1.1.2. passive consumptie

1.1.1.3. bulletin boards

1.1.1.3.1. discussie fora

1.1.1.3.2. gebruikersgroepen

1.1.1.4. geen gevalideerde informatie

1.1.1.4.1. is kern van kritiek op Wikipedia

1.1.1.4.2. is basis voor de groei van Google

1.1.1.5. "ik ga naar het web"

1.1.2. web 2.0

1.1.2.1. kennisconstructie

1.1.2.2. interactieve informatie

1.1.2.3. communicatie

1.1.2.4. participerende consumptie

1.1.2.5. "ik ben op het web"

1.1.3. web 3.0

1.1.3.1. sociaal internet

1.1.3.2. geen desktop

1.1.3.2.1. met lokale software

1.1.3.2.2. en lokale opslagcapaciteit

1.1.3.3. maar 'on the fly'

1.1.3.3.1. mobiel apparaat

1.1.3.3.2. in the cloud

1.1.3.4. "het web zit om me heen als gegoten"

1.2. specifieke definities uit rapport gezondheid 2.0

1.2.1. van informatie in eenrichting

1.2.2. naar...

2. gezondheid, zorg en internet

2.1. algemene informatie

2.1.1. 89% van de huishoudens heeft toegang tot internet

2.1.2. waarvan 79% met breedband snelheid

2.1.3. geen info over mobiel internet

2.1.4. via social media onderhouden mensen

2.1.4.1. intensiever contact

2.1.4.2. door meer informatie uit te wisselen

2.1.4.2.1. kwantitatief

2.1.4.2.2. & kwalitatief

2.1.4.3. met de de relaties die ze toch al hadden

2.2. specifieke informatie uit rapport gezondheid 2.0

3. gezondheid 2.0

3.1. commentaar

3.1.1. leest als eenbezweringsformule

3.1.2. een mantra

3.2. participatie

3.2.1. tussen patiënten onderling

3.2.2. tussen professionals onderling

3.2.3. tussen patiënten en professionals

3.3. nieuwe technologien

3.3.1. wiki’s

3.3.2. online communities

3.4. besluitvorming

3.4.1. zowel

3.4.1.1. persoonlijk

3.4.1.2. professioneel

3.4.2. over

3.4.2.1. gezondheid en zorgaangelegenheden

3.4.2.2. informatie-uitwisseling

3.4.2.3. samenwerking

3.4.2.4. community building

3.4.3. gericht op het verbeteren

3.4.3.1. van het eigen functioneren

3.4.3.2. en van het zorgsysteem als geheel

4. impact van gezondheid 2.0

4.1. commentaar

4.1.1. casus 1: bericht gelderlander 4 januari 2011

4.1.2. casus 2: uitspraak geschil patient vs Radboud

4.2. patiënt

4.2.1. niet passief

4.2.2. maar participeert

4.2.3. staat daarmee echt centraal

4.2.4. krijgt meer mogelijkheden tot

4.2.5. en ondersteuning bij zelfmanagement

4.2.6. door deelname aan sociale netwerken

4.2.7. heeft de mogelijkheid regie over zijn eigen gezondheid te voeren

4.2.8. daarbij ondersteund door een netwerk van

4.2.8.1. professionals

4.2.8.2. en lotgenoten

4.3. leidt tot andere arts-patiëntrelatie

4.3.1. De arts krijgt een geïnformeerde patiënt tegenover zich

4.3.1.1. aan wie hij niet de meest basale zaken hoeft uit te leggen,

4.3.1.2. hetgeen zijn werk inhoudelijk aantrekkelijker maakt.

4.3.2. De patiënt heeft voorafgaand aan het consult

4.3.2.1. via internet de informatie tot zich kunnen nemen

4.3.2.2. kent in beginsel de inhoud van zijn gezondheidsdossier

4.3.2.3. weet welke behandelingen mogelijk zijn en wat deze inhouden

4.3.2.4. is op de hoogte van ervaringen van patiënten die in dezelfde situatie verkeren of verkeerd hebben

4.3.2.5. Naar aanleiding hiervan zal de patiënt vragen

4.3.2.5.1. hebben die verdere uitleg noodzakelijk maken,

4.3.2.5.2. welke vervolgens leidt tot een gezamenlijke beslissing over het meest geschikte behandelplan.

4.4. belang van de overheid

4.4.1. een meer betrokken zorgconsument

4.4.1.1. neemt meer preventieve maatregelen

4.4.1.2. is meer therapietrouw

4.4.1.3. doet meer aan zelfmanagement

4.4.2. gunstig effect op de ontwikkeling van de zorgkosten

4.4.2.1. een lagere inzet van professionals

4.4.2.2. draagt het bij aan het verminderen van het dreigende arbeidstekort in de zorg

5. waarom een advies voor gezondheid 2.0

5.1. commentaar

5.1.1. wat is het krachtenspel?

5.1.2. houding

5.1.2.1. paternalistische

5.1.2.2. en tweeslachtig

5.1.3. veantwoordelijkheid primair buiten zichzelf gelegd

5.1.4. om vervolgens toch bemoeizuchtig te handelen

5.2. Het is primair aan de burger om te bepalen

5.2.1. of gezondheid 2.0 gerealiseerd wordt

5.2.2. en hoe snel

5.3. de overheid moet een rol spelen

5.3.1. om zelf de mogelijkheden van gezondheid 2.0 te benutten

5.3.2. rond het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen

5.3.3. door belemmeringen

5.3.3.1. zoals het handelen van burgers op grond van onjuiste informatie

5.3.3.2. weg te nemen

5.3.3.3. of te verminderen

6. Belemmeringen voor gezondheid 2.0

6.1. commentaar

6.1.1. duwen of trekken

6.1.2. wat zorgt voor beweging?

6.1.3. waar ligt het momentum?

6.1.4. implementatie?

6.1.4.1. plannen

6.1.4.1.1. levert weerstand op

6.1.4.1.2. = denken in belemmeringen

6.1.4.2. laissez faire

6.1.4.2.1. minder invloed

6.1.4.2.2. = geen controle

6.2. De huidige organisatie- en financieringsstructuur van de zorg past onvoldoende bij gezondheid 2.0

6.3. geïnstitutionaliseerde organisaties

6.3.1. zijn weinig of niet genegen zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden

6.3.2. zijn gebaat bij een gezondheid 1.0-situatie.

6.4. Een 2.0-situatie

6.4.1. waarbij de zorgconsument zelf regie voert,

6.4.2. maakt belangenorganisaties,

6.4.3. als zij hun strategie niet wijzigen,

6.4.4. deels overbodig.

6.5. Niet alle partijen in het veld lijken bereid om transparantie te bevorderen.

7. bedreigingen

7.1. commentaar

7.1.1. Google Trends / recorded future

7.1.2. forget about privacy, manage your identity

7.1.3. implementatie plan

7.1.4. Mantra spreuk... 'happy few' vs kansarmen

7.2. privacy

7.2.1. een deel van de zorgconsumenten is onvoldoende bekend

7.2.1.1. met de kansen

7.2.1.2. en bedreigingen

7.2.1.3. van gezondheid 2.0

7.2.2. in principe is iedereen aanbieder van informatie in de 2.0-situatie

7.2.2.1. de kans op onbetrouwbare informatie wordt daarom nog groter dan in de 1.0-situatie

7.2.2.2. In de 2.0-situatie geven mensen hun privacy deels

7.2.2.2.1. op omdat zij prioriteit geven aan de toegevoegde waarde van 2.0

7.2.2.2.2. boven hun eigen privacy

7.2.2.2.3. waardoor anderen daarvan misbruik kunnen maken

7.3. mogelijke digitale kloof

7.3.1. happy few

7.3.1.1. een deel van de zorgconsumenten actief zijn in de gezondheid 2.0-situatie

7.3.1.2. het is onvermijdelijk dat deze zullen profiteren van de mogelijkheden die 2.0 biedt,

7.3.2. kansarmen

7.3.2.1. Voorkomen moet worden dat

7.3.2.1.1. de digitale kloof

7.3.2.1.2. en de zorgkloof tussen

7.3.2.1.3. groter wordt

7.3.2.2. Het is wenselijk dat de overheid ‘bijstuurt’

7.3.2.2.1. teneinde kansen die gezondheid 2.0 biedt,

7.3.2.2.2. optimaal te benutten

7.3.2.2.3. en de risico’s op negatieve effecten

7.3.2.2.4. zo klein mogelijk te maken.

7.3.3. Partijen in het veld dienen echter ook hun verantwoordelijkheid in deze te nemen.

8. wat moet er gebeuren

8.1. commentaar

8.1.1. top-down gedacht

8.1.2. angst regeert

8.1.3. strategic management vs social media

8.1.3.1. wiki leaks

8.1.3.2. twitter tegen Limburg

8.1.4. 'verlaat de ivoren toren'

8.2. combineer positieve elementen van

8.2.1. gezondheid 1.0

8.2.1.1. medisch-inhoudelijke kennis

8.2.1.1.1. op een patiëntvriendelijke

8.2.1.1.2. en begrijpelijke wijze

8.2.1.2. door zorgverleners

8.2.1.3. beschikbaar gesteld te worden

8.2.1.4. bijvoorbeeld via een website van een ziekenhuis

8.2.1.4.1. denk aan videos

8.2.1.4.2. en podcasts

8.2.1.4.3. over onderzoek en behandeling (bv. operaties)

8.2.1.4.4. en aan blogs over nieuwe technologieën die de zorgaanbieder aanbiedt

8.2.2. gezondheid 2.0

8.2.2.1. patiënten kunnen deze ervaringen delen

8.2.2.2. waar het gaat om met zorg opgedane ervaringen

8.3. Organisaties die niet of niet adequaat reageren,

8.3.1. zullen in een moeilijke positie terecht kunnen komen

8.3.2. zij dienen te beseffen dat zich een ontwikkeling in gang heeft gezet

8.3.2.1. die niet te stoppen is

8.3.2.2. en die het nodig maakt erover na te denken hoe ermee moet worden omgegaan

8.4. gezondheid 2.0 biedt kansen

8.4.1. bepaal in de communicatie-

8.4.2. en informatiestrategie

8.4.3. hoe sociale media moeten worden ingezet

8.4.4. om hun (beleids)doelen te realiseren

8.4.5. Bijvoorbeeld:

8.4.5.1. bezie hoe je

8.4.5.1.1. burgers

8.4.5.1.2. verzekerden

8.4.5.1.3. patiënten

8.4.5.2. betrekt bij nieuw beleid

8.4.5.3. en hoe je transparant kunt zijn

8.4.5.4. teneinde het vertrouwen van de burger

8.4.5.4.1. te behouden

8.4.5.4.2. te (her)winnen

9. wat moet de overheid doen

9.1. commentaar

9.1.1. oud denken

9.1.2. innovatie ontstaat door financiele sturing

9.1.3. kenmerkend voor social media is dat deze in zich zelf vernieuwd

9.1.4. de kracht van de zwerm

9.1.4.1. google insight

9.1.4.2. iGod

9.1.4.3. de pot 'jelly Beans'

9.2. de overheid

9.2.1. dient te bezien

9.2.1.1. hoe zij binnen sociale netwerken

9.2.1.2. moet omgaan

9.2.1.2.1. met informatie

9.2.1.2.2. en misinformatie

9.2.2. dient de financiering van de zorg

9.2.2.1. zodanig in te richten

9.2.2.2. dat vernieuwingen in de zorg,

9.2.2.3. waarbij de patiënt centraal staat,

9.2.2.4. structureel gefinancierd worden

9.2.2.4.1. Dit betekent o.m.

9.2.2.4.2. financiële prikkels geven om

9.2.2.4.3. zo een innovatieve cultuur te bevorderen

9.2.2.5. Perverse financiële prikkels die ertoe leiden dat zorgprofessionals er geen baat bij hebben om innovaties met meerwaarde in de zorg toe te passen of er juist voordeel bij hebben om verouderde verrichtingen en werkwijzen te blijven hanteren, moeten verdwijnen.

10. wat moeten zorgaanbieders doen

10.1. commentaar

10.1.1. oud denken vs nieuw denken

10.1.2. contradictie in termino

10.1.2.1. zorg impliceert afhankelijkheid

10.1.2.2. zelfmanagement impliceert zelfstandigheid

10.2. de zorgaanbieder

10.2.1. dient te bezien

10.2.1.1. hoe zij sociale media kunnen inzetten

10.2.1.2. om het contact met hun patiënten te optimaliseren

10.2.2. mbt informatie

10.2.2.1. een 1.0-benadering dwz betrouwbare informatie aanbieden

10.2.2.2. een 2.0-benadering dwz profiteren van de ervaringen van patiënten

10.3. samenwerking van Zorgaanbieders en zorgconsumenten

10.3.1. shared care

10.3.1.1. zoals het samen ontwikkelen van zorgstandaarden

10.3.1.2. waarbij zelfmanagement ook door zorgaanbieders aangemoedigd wordt

10.3.2. zelfmanagement zorgconsument

10.3.2.1. biedt immers interessante mogelijkheden

10.3.2.1.1. lifestyle management

10.3.2.1.2. preventie in plaats van medische zorg

10.3.2.1.3. autonomie van de patiënt

10.3.2.2. kan tot besparingen leiden

11. wat moeten zorgverzekeraars doen

11.1. commentaar

11.1.1. als geld de innovatie stuurt

11.1.2. is deze paragraaf erg zwak

11.1.3. de zorgconsument en de zorgaanbieder zijn afhankelijk van de partij die het geld beheert

11.2. zorgverzekeraars

11.2.1. hebben de mogelijkheid om verzekerden e-faciliteiten te bieden

11.2.1.1. melden van met de zorg opgedane ervaringen door hun verzekerden

11.2.1.2. op basis waarvan de zorgverzekeraar betere zorgproducten kan inkopen

11.2.2. gezondheid 2.0-toepassingen koppelen aan deelname aan bepaalde communities

11.2.2.1. verzekeraar vergoedt de daaraan verbonden kosten

11.2.2.2. analoog aan de huidige vergoeding van het lidmaatschap van patiëntenorganisaties

11.2.3. In relatie tot zorgaanbieders kunnen verzekeraars randvoorwaarden stellen

11.2.3.1. door bij de inkoop van zorg

11.2.3.1.1. voor functioneel bekostigde aandoeningen

11.2.3.1.2. zelfmanagement als een substantieel onderdeel

11.2.3.1.3. aan te merken

11.2.3.2. door zorgaanbieders te stimuleren

11.2.3.2.1. om in hun communicatie met zorgconsumenten

11.2.3.2.2. sociale media te hanteren

11.2.3.2.3. door een tijdpad aan te geven

11.2.3.2.4. waarbinnen aan de te stellen randvoorwaarden

11.2.3.2.5. voldaan dient te zijn

12. wat moeten burgers en patientorganisaties doen

12.1. commentaar

12.2. burgers

12.2.1. bijdrage aan het verschuiven van taken

12.2.1.1. lifestyle management

12.2.1.2. en preventie om te voorkomen dat men aanspraak moet maken op zorg

12.2.2. ‘administratieve handelingen’

12.2.2.1. ter voorbereiding van een consult

12.2.2.2. waaronder het digitaal aanleveren van gegevens

12.2.2.3. en (intake) vragenlijsten

12.2.3. zorg door de patiënt zelf

12.2.3.1. zelfmanagement

12.2.3.1.1. zoals bij diabetes

12.2.3.1.2. COPD

12.2.3.1.3. etc.

12.2.3.2. mede mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën

12.3. Patiënten- en cliëntenorganisatie

12.3.1. adequate gebruik van persoonlijke gezondheidsdossiers

12.3.2. onder meer ten behoeve van zelfmanagement te bevorderen

12.3.3. door samen te werken bijdragen aan de goede invoering van gezondheid 2.0