1. Invoer
1.1. Toetsenbord
1.1.1. Alfanumeriek klavier: grootste gedeelte
1.1.1.1. SHIFT: hoofdletter typen
1.1.1.2. SHIFT LOCK: meerdere hoofdletters
1.1.1.3. ALT GR: voor tekens die aan de rechterkant van een toets staan
1.1.1.4. RETURN: nieuwe regel
1.1.1.5. BACKSPACE: teken(s) links van je cursor verwijderen
1.1.1.6. DELETE: teken(s) rechts van je cursor verwijderen
1.1.1.7. CTRL: voor sneltoetsen, zoals CTRL+C (kopiëren), CTRL+V (plakken), enz.
1.1.1.8. SNELMENU: hetzelfde als een rechtermuisknop
1.1.1.9. WINDOWS-knop: opent startmenu en is ook sneltoets (bv. WIN+E = Verkenner openen)
1.1.2. Navigatieblok: navigeren met pijltjes, PageUp, PageDown, Home en End
1.1.3. Numeriek klavier
1.1.3.1. Cijfers
1.1.3.2. NumLock
1.1.3.3. Enter
1.1.3.4. + - * /
1.1.4. Functietoetsen (F1-F12) = sneltoetsen
2. Verwerking
2.1. Systeemeenheid
2.1.1. Vormen?
2.1.1.1. Desktop: liggende computer
2.1.1.2. Tower: rechtopstaande computer
2.1.1.3. Laptop: draagbare computer
2.1.1.4. Tablet: computer die bestaat uit één touchscreen met ingebouwde systeemeenheid
2.1.1.5. Netbook: kleine, goedkopere, minder krachtige laptop
2.1.1.6. Hybridetoestel: tablet en laptop in één (afneembaar toetsenbord)
3. Hardware vs. software
3.1. Hardware = wat je kunt vastnemen (bv. systeemeenheid, usb-stick, scherm...)
3.1.1. Systeemeenheid: de behuizing van de computer en alles wat erin zit
3.1.2. Randapparatuur: alle apparatuur die je op je computer aansluit
3.2. Software
3.2.1. Systeemsoftware, besturingssysteem (Windows / macOS / Linux...)
3.2.2. Toepassingssoftware (programma's, apps)
4. Opslag
4.1. Opslagmedia
4.1.1. Harde schijf
4.1.1.1. opslag van documenten
4.1.1.2. twee soorten harde schijven
4.1.1.2.1. HDD = ronddraaiende schijf die afgelezen wordt (trager en verbruikt meer energie)
4.1.1.2.2. SSD = chipgeheugen (sneller, energiezuiniger, maar wel duurder dan HDD)
4.1.2. RAM-geheugen (in de systeemeenheid)
4.1.2.1. inladen van programma's en tijdelijke opslag van gegevens
4.1.2.2. bij afsluiten: geheugen gewist
4.1.2.3. meestal 4 tot 8 GB (hoe meer, hoe meer programma's je tegelijk kan openen en hoe sneller je computer dus werkt)
4.1.3. Cd = 700 MB
4.1.4. Dvd = 4,7 GB tot 8,5 GB
4.1.5. Usb-stick
4.2. Eenheden
4.2.1. kB (kilobyte) = 1024 bytes
4.2.2. MB (megabyte) = 1024 kilobyte
4.2.3. GB (gigabyte) = 1024 megabyte
4.2.4. TB (terabyte) = 1024 gigabyte