1. Economische..
1.1. Handelsbalans
1.1.1. Onderdeel van de betalingsbalans van een land
1.2. Opkomende economie
1.2.1. Goed gaan met de economie
1.2.1.1. Veel geld
1.3. Koopkracht
1.3.1. Afhankelijk van inkomen
2. Tijd- ruimtecompressie
2.1. Ontw. Transporttechnologie
2.1.1. Vervoersmiddelen
2.1.1.1. Fiets/auto/vliegtuig/trein/vrachtwagen
2.2. Ontw. Communicatietechnologie
2.2.1. ICT en communicatie
2.2.1.1. Telefoon/internet/4G
3. Politieke..
3.1. Kolonialisme
3.1.1. Uitbreiding van het grondgebied
3.2. Werkgelegenheid
3.2.1. Gemiddeld inkomen
3.3. Internationale arbeidsverdeling
3.3.1. Samenhang met internationale specialisatie
4. Regionale ongelijkheid
4.1. Etnische spanningen
4.1.1. tussen 2 of meer bevolkingsgroepen met een andere etniciteit
4.2. Ruilvoetverslechtering
4.2.1. Slecht voor de economie
5. Exportindustriezone
5.1. Verkoop
5.1.1. Dingen die aantrekkelijk zijn voor buitenlandse bedrijven
6. Winst
6.1. Tertiaire sector
6.1.1. Goederen
7. Mno's
7.1. Wereldwijde verkoop
7.1.1. Winst
7.2. Voedingsmiddelen
7.2.1. Nestlé
7.2.1.1. Lipton
7.2.1.1.1. Coca cola
7.3. Telefoons/TV...
7.3.1. Samsung
7.3.1.1. Iphone
7.3.1.1.1. Sony
8. Ruilvoetverslechtering
8.1. Verslechtering van de verhouding van de producten die een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te importeren
8.2. Slechter gaan met de economie
8.2.1. Minder geld
9. Culturele..
9.1. Cultuur
9.1.1. Godsdienst
9.2. Cultuurelementen
9.2.1. Gewoonten en gebruiken
9.2.2. Tradities
10. Centrum
10.1. Periferie
10.1.1. Achtergebleven gebied
10.2. Semi-periferie
10.2.1. Landen tussen centrumlanden en periferielanden in
11. Communicatietechnologie
11.1. Sneller
11.1.1. Handiger
11.2. Telefoon
11.2.1. SMS
11.2.1.1. Whatsapp
11.2.2. Instagram
11.2.2.1. Snapchat
11.2.2.1.1. Twitter
12. Vrijhandel
12.1. Vrijhandelszones
12.1.1. Goedkoop
13. Assemblagebedrijven
13.1. Gunstige plekken
13.1.1. Gunstig produceren
13.1.1.1. Veel geld
13.2. Goedkoper produceren
13.2.1. Voordelig
14. Amerikanisering
14.1. Producten hetzelfde
14.1.1. Culturen beïnvloeden elkaar
14.1.1.1. Mondiale cultuur
15. WTO
15.1. 1955
15.1.1. Opgericht
15.2. 23 landen
15.2.1. Ondertekend
15.3. Genève
15.3.1. Hoofdkantoor aanwezig
15.4. Bevordering internationale handel, beslechting van handelsconflicten, opheffing van handelsbarrières
16. Liberalisering
16.1. Overheid staat concurrentie toe
16.1.1. Ongelijkheid